Skip to content

Wat merkt de landbouw van fiscale maatregelen regeerakkoord?

Medio december presenteerde Rutte IV het Coalitieakkoord 2021 – 2025. Het akkoord bevat naast plannen over stikstof en woningmarkt, ook fiscale voornemens. Welke belastingmaatregelen kunt u als ondernemer in de landbouw verwachten?

Snellere verlaging zelfstandigenaftrek
De fiscale verschillen tussen ondernemers en werknemers zijn te groot. De zelfstandigenaftrek gaat daarom vanaf 2023 met stappen van 650 euro omlaag tot 1.200 euro in 2030. In 2019 bedroeg de zelfstandigenaftrek nog € 7.280. Vooral landbouwers met een man/vrouw-firma, als beide partners meer dan 1.225 uur in de onderneming werken, gaan de financiële pijn voelen. In 2030 gaan zij er ten opzichte van 2019 samen rond de € 3.800 op jaarbasis op achteruit. De gedeeltelijke compensatie via de arbeidskorting, is inkomensafhankelijk en maakt dit niet goed. De intensivering van de afbouw zelfstandigenaftrek verkleint het verschil tussen ondernemers en werknemers om de wildgroei aan zzp-ers enigszins te beteugelen. Het is te betreuren dat de echte ondernemers in de landbouw hierin worden meegesleept.   

Budgetten investeringsaftrekken omhoog
De budgetten voor de Energie- en Milieuinvesteringsaftrek gaan omhoog. De MIA-percentages zijn met ingang van 2022 flink opgetrokken. Ondernemers in de landbouw die innovatief investeren kunnen er voordeel van hebben dat er meer geld beschikbaar is voor deze fiscale subsidies.

Verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering
Er is een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen aangekondigd. Jaren terug hadden we de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen. Hoe wordt de verplichting  vormgegeven, komt er een variant die ook voor landbouwers betaalbaar is?

Bedrijfsopvolgingsregelingen en landbouwvrijstelling – evaluatie op komst
De continuïteit van familiebedrijven wordt ondersteund door de (echte) bedrijfsopvolgingen eenvoudiger en eerlijker te maken. Oneigenlijk gebruik zal worden tegengegaan. De evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregeling wordt binnenkort verwacht, en is de basis voor een mogelijke beperking van de regelingen. Het is te hopen dat opvolgingen in de landbouw mogelijk blijven. Bent u van plan om de onderneming over te dragen, stel dan de (gedeeltelijke) bedrijfsoverdracht niet onnodig uit. Ook de landbouwvrijstelling wordt geëvalueerd; het regeerakkoord zegt er niets over. Landbouwers die hun rechten veilig willen stellen, doen er verstandig aan (zo mogelijk) de landbouwgronden te herwaarderen met een personenvennootschap.

Overdrachtsbelasting verder omhoog
In korte tijd is de overdrachtsbelasting (voor niet-woningen) gestegen van 6% naar 8%. Het blijft hier niet bij. De overdrachtsbelasting voor niet-woningen gaat in 2023 omhoog naar 9 procent. Woningen waarin de koper niet zelf gaat wonen vallen ook onder het hoge tarief. Landbouwers die een nieuwe locatie aankopen zijn duurder uit. De vrijstelling voor landbouwgronden blijft, maar voor zowel de ondergrond van gebouwen als de bedrijfsgebouwen zelf geldt het hoge overdrachtsbelastingtarief.

Belasting in box 3: van fictief naar werkelijk rendement
Tenslotte staat in het regeerakkoord dat de belasting over privévermogen in box 3 vanaf 2025 over het werkelijke rendement wordt geheven. Dat is al weer achterhaald. Door een arrest van de Hoge Raad eind 2021 moet box 3 al eerder worden aangepast in de zin dat de heffing (31%) niet mag  worden berekend over meer dan het werkelijk behaalde rendement.  Staatssecretaris Van Rij denkt na over een oplossing. Landbouwers die in box 3 belasting betalen, bijv. omdat ze vanuit privé landbouwgronden verpachten, behoeven in fiscale zin extra aandacht.

Arne de Beer, lid Vaksectie Recht VLB namens Alfa

Content aangereikt aan de redactie van Nieuwe Oogst. 

Congres VLB 95 jaar

Op vrijdag 3 juni viert de Vereniging van Accountants- en Belastingadviesbureaus ‘VLB’ haar 95 jarig bestaan.

Het thema van het congres is ‘Stikstofstress, dilemma’s en kansen voor de agrarische sector‘.

Naast het 95-jarig bestaan van de vereniging, neemt de vereniging afscheid van Bert van den Kerkhof die ruim twintig jaar voorzitter is geweest van de Vaksectie Recht. Genodigden zijn stakeholders en medewerkers van de vijf leden van de VLB.

Het programma onder voorbehoud van wijzigingen is als volgt:

12.30 – 13.30 Inlooplunch
13.30 – 14.30 Opening door dagvoorzitter Robin Nijhuis, woord aan Fou-Khan Tsang voorzitter bestuur VLB,
Presentatie door Peter Drenth, gedeputeerde Provincie Gelderland
Presentatie door Arjen Doosje, programmadirecteur bij DG Stikstof bij MinLNV
Presentatie door Sjaak van der Tak, voorzitter LTO NL
14.30 – 15.00 Pauze
15.00 – 16.00 Presentaties van elk 20 minuten op drie vakgebieden:
Presentatie door Lubbert van Dellen over bedrijfskundige aspecten stikstofwetgeving
Presentatie door Jeroen Rheinfeld over juridische aspecten stikstofwetgeving
Presentatie door Andre Verduijn over fiscale aspecten stikstofwetgeving
16.00 – 16.30 Mogelijkheid om vragen te stellen over n.a.v. de drie presentaties.
Het woord aan Bert van den Kerkhof
Het woord aan Fou-Khan Tsang + informele afsluiting van het congres
16.30 – 17.30 Gelegenheid om persoonlijk afscheid te nemen van de scheidend voorzitter, nader kennis te maken
met zijn opvolger Robin Nijhuis en te netwerken

Het congres vindt plaats in het gebouw van de SER aan de Bezuidenhoutseweg 60 in Den Haag

Parkeergelegenheid is ruim voldoende aanwezig bij het gebouw van de SER. Op het terrein voor het gebouw (ongeveer 50 parkeerplaatsen) en in de parkeergarage van de SER. Een aandachtpunt is dat de parkeergarage om 19.00 uur wordt afgesloten en niet meer toegankelijk is. Als u reist met openbaar vervoer dan loopt u vanaf Den Haag CS binnen 10 minuten naar de SER.

Vragen over het congres kunt u per mail stellen: vlb@vlb.nl. Vermeld daarin ook uw naam en de organisatie waaraan u verbonden bent.

Bernadette Roos, secretaris bestuur VLB

‘Soms kan een UBO niet worden ingeschreven’

Veel organisaties en bedrijven moeten voor 27 maart bij de Kamer van Koophandel (KvK) aangeven wie
het in hun organisatie voor het zeggen heeft en wie eigenaar is. Maar voor sommige personenvennootschappen is het onmogelijk om de inschrijving in het zogeheten UBO-register volledig goed te doen. Fiscaal jurist Ellen Smit van Countus en lid van de VLB-vaksectie recht, legt uit waarom.

Aldus Ellen Smit, fiscaal jurist Countus en lid van de VLB-Vaksectie Recht in een interview met Wilbert Beerling, in het blad V-focus maart 2022.

Een UBO is een persoon die in een personenvennootschap, zoals een vof, een eigendomsbelang heeft van meer dan 25 procent, een stemrecht heeft van meer dan 25 procent of feitelijke zeggenschap heeft. “Met name het eerste criterium, eigendomsbelang, levert bij sommige personenvennootschappen problemen op”, vertelt Ellen Smit.
Op basis van de regelgeving bestaat eigendomsbelang uit drie onderdelen: recht op een deel van de winst, recht op een deel van de stille reserves (stakings- of overdrachtswinst) en tot slot het recht op een deel van het overschot na vereffening. In de UBO-registratieformulieren omschrijft de KvK het eigendomsbelang als ‘gerechtigd tot het vermogen’, maar maakt geen onderscheid tussen de verschillende onderdelen (recht op winst, recht op stille reserves en recht op overschot na vereffening). “Probleem is dat de vennoot die in een vof recht heeft op een winstaandeel niet automatisch eenzelfde recht op de stille reserves heeft of op het overschot na vereffening”, legt Smit uit. “Dat is
afhankelijk van wat daarover in de vennootschapsakte is opgenomen en welk vermogen ieder van de vennoten in de vof heeft.”

Meer dan 100 procent belang
Bij de registratie moet worden opgegeven wat de omvang van het eigendomsbelang is. Er zijn drie categorieën voor de omvang van het belang: 26 tot 51 procent, 51 tot 76 procent en 76 procent en meer. Het probleem ontstaat doordat het totale eigendomsbelang dat opgegeven wordt, niet groter mag zijn dan 100 procent. “In het formulier kunnen bijvoorbeeld niet vier vennoten met een eigendomsbelang van 26 tot 51 procent worden geregistreerd. Want dan zou het totale belang boven de 100 procent uitkomen”, legt Smit uit. “We lopen dus vast als er bijvoorbeeld drie vennoten zijn met een jaarwinstpercentage van ieder 30 procent, terwijl er een vierde vennoot is die 40 procent van het vermogen in de vof heeft.” (Zie voorbeeld in tabel 1.) “Gevolg is dat de vierde vennoot op basis van eigendomsbelang niet als UBO kan worden geregistreerd terwijl deze vennoot wel degelijk een economisch belang
heeft van meer dan 25 procent.”

Stemrecht
Het tweede criterium heeft betrekking op stemrecht. Smit: “Als er meer dan drie vennoten zijn, zal doorgaans geen van deze vennoten meer dan 25 procent stemrecht hebben, tenzij er bijzondere afspraken zijn. De vierde vennoot in het voorbeeld kan dan dus ook niet op basis van stemrecht als UBO geregistreerd worden.” Het derde criterium, feitelijke zeggenschap, geeft ruimte voor interpretatie. Aldus Smit. “Denk hierbij aan een vennoot die in de praktijk alle beslissingen neemt.” Als ook geen sprake is van feitelijke zeggenschap bij de vierde vennoot in het voorbeeld, kan deze persoon niet als UBO geregistreerd worden.


Tabel 1: voorbeeld economische belangen in een personenvennootschap met vier vennoten

Bij het opgeven van de UBO’s binnen een organisatie, kan het vanaf een vennootschap met drie of meer vennoten voorkomen dat het opgetelde economische belang meer dan 100 procent is. Het systeem van de KvK accepteert de registratie dan niet, terwijl deze wel juist is.

percentage (jaar)winstpercentage gerechtigdheid tot stille reserves (stakings-/overdrachtswinst)recht op overschot na vereffening (in percentages)Categorie aandeel economisch belang volgens KvK
vennoot/1 30302026-50
vennoot 230302026-50
vennoot 330302026-50
vennoot 410104026-50

Ondernemingen en organisaties die verplicht zijn de UBO’s te registreren, maar dat nalaten of een onjuiste registratie doen, kunnen een boete krijgen die, afhankelijk van de ernst van de situatie, kan oplopen tot een bedrag van 21.750 euro.
De VLB heeft vragen gesteld aan het ministerie over de UBO-registratie bij personenvennootschappen. Omdat daar geen inhoudelijk antwoord op is gekomen, hebben de VLB-kantoren in onderling overleg besloten hoe zij omgaan met de problemen bij de registraties. De gezamenlijke werkwijze van de VLB-kantoren is zoveel mogelijk UBO’s juist registreren en in het geval een UBO niet juist geregistreerd kan worden, wordt een toelichting aan de aanvraag toegevoegd waarin onderbouwd wordt hoe de ingediende UBO-registratie afwijkt van de werkelijke
situatie.

UBO-register
De verplichte inschrijving van UBO’s (Ultimate Beneficial Owners, oftewel de belanghebbenden in een organisatie) bij
de KvK vloeit voort uit een Europese wet die witwassen en financiering van terroristische organisaties moet tegengaan. Het register maakt duidelijk wie er een financieel belang heeft in een onderneming of
organisatie en wie er aan de touwtjes trekt en het verhullen daarvan wordt een stuk
lastiger.

Ellen Smit

Betreft: tekst van het interview gepubliceerd in V-focus maart 2022