Skip to content

VLB-inspiratiesessie biedt bedrijfsadviseurs (stik)stof tot nadenken

Er zijn diverse onderwerpen die de gemoederen in de land- en tuinbouw bezighouden. Een onderwerp wat hier zeker bovenuit steekt is het complexe stikstofdossier. Reden voor de VLB om voor haar bedrijfsadviseurs een kennis- en inspiratiesessie te organiseren over dit onderwerp.

Carlijn van Gulpen, programmamanager PAS Meldingen bij het ministerie van LNV, mocht de aftrap verzorgen van de goed bezochte bijeenkomst op 3 november jl. Van Gulpen gaf een toelichting op het stikstofdossier en besprak de status en uitdagingen van het Rijk. Haar boodschap was duidelijk: zonder natuurherstel blijven we in de crisis.

De programmamanager vertelde verder dat het verminderen van stikstof lastig is, omdat de herkomst van stikstofdepositie flink verschilt per gebied. Dat vraagt om maatwerk en een gebiedsgerichte aanpak. Hierin werkt het Rijk samen met andere overheden. ‘Het kabinet zet samen met medeoverheden maatregelen slim en gericht in daar waar ze nodig zijn en het meeste effect hebben,’ aldus Van Gulpen.

Rol adviseur

De programmamanager benadrukte dat de structurele aanpak van stikstof een gezamenlijke opgave is. Waarbij ze ook een rol voor ondernemers en adviseurs ziet. ‘Ondernemers en adviseurs moeten kijken naar het toekomstperspectief in hun gebied. En breder kijken dan alleen het eigen bedrijf of de eigen gronden.’

Tijdens de bespreking van de maatregelen om de stikstofuitstoot van de landbouw te verminderen bond Van Gulpen er ook geen doekjes om: alle opties liggen op tafel voor de toekomst. En die opties moet het kabinet koppelen met andere uitdagingen. Zoals de toekomst van de landbouw, het klimaat, energie en waterbeheer. ‘Uiteindelijk gaat het immers om de verplichting om in Nederland op landelijk niveau een gunstige staat van instandhouding te bereiken voor de natuurwaarden die op grond van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn een bijzondere bescherming genieten,’ legde van Gulpen nogmaals het belang van het programma Stikstofreductie en Natuurverbetering uit. ‘Om die doelstelling te bereiken moeten niet alleen bronmaatregelen ten aanzien van stikstof worden getroffen, maar moet het programma ook voorzien in een verdere investering in de verbetering van de condities voor de betrokken natuurwaarden.’

(Stik)stof tot nadenken

De naam van de presentatie van Stefan van Summeren gaf het doel en thema van de inspiratiesessie goed weer: (Stik)stof tot nadenken. De ROM-specialist bij Rombou van Flynth gaf een toelichting op de vergunningenproblematiek rondom stikstof en intern en extern salderen. De legalisatie van de PAS-meldingen was een onderwerp dat garant stond voor veel vragen van de bedrijfsadviseurs. Van Gulpen vertelde in haar presentatie al dat van de 3500 potentiële PAS-melders er 2500 zich hadden gemeld. Van Summeren gaf aan dat inmiddels de eerste beoordelingen en verzoeken om aanvullingen binnen komen. 

Dagvoorzitter Hans de Bie aan het woord

Mogelijkheden in- en extern salderen

Ook besprak hij de mogelijkheden van intern – en extern salderen. Bij extern salderen wordt de toename van stikstofdepositie in de beoogde situatie gecompenseerd door het staken van stikstofactiviteit(en) op een andere locatie(s). Van Summeren wees de adviseurs erop dat hierbij wel geldt dat er een afroming van 30% is van het saldogevende bedrijf. Verder adviseerde hij de bedrijfsadviseurs om de stikstofsituatie van klanten in beeld te brengen. ‘Bepaal de referentiesituatie, de huidige en/of de beoogde situatie en kijk naar de mogelijkheden van de beoogde situatie,’ somde de adviseur op. ‘Zo kun je de juiste strategie bepalen voor toekomstige ontwikkelplannen.’ Aan het eind van zijn presentatie maakte de ROM-specialist nog een belangrijke opmerking: ‘De stikstofdepositie is uiteindelijk bepalend in het kader van de Wet natuurbescherming. En dus niet de ammoniakemissie!’

Stikstofreductie via managementmaatregelen

Ook managementmaatregelen kunnen voor stikstofreductie zorgen. Harm Rijneveld van de HAS Hogeschool en adviseur bij DMS legde uit hoe een ondernemer via de bedrijfsvoering kan inspelen op het reduceren van stikstof op zijn of haar bedrijf. ‘Het sleutelwoord is “meebewegen”, aldus Rijneveld. ‘Er zijn meerdere (integrale) wegen die naar Rome leiden.‘ Daarmee bedoelt de docent dat er meerdere mogelijkheden zijn voor zowel de intensieve als extensieve kringloopboer om stikstof te reduceren.

Zijn pleidooi is helder: voor het maximale economisch rendement moet de melkveehouder zijn bedrijf optimaliseren en niet de koe. ‘De bedrijfs- en bodembenutting staan voorop. De veebenutting is ondergeschikt.’ Als mogelijkheden om dit te realiseren noemt hij onder meer minder krachtvoer aankopen, meer liters uit minder input halen, mest beter benutten en een betere benutting van het eigen ruwvoer.

Ook Rijneveld heeft nog een tip voor de adviseurs: ‘Zoek de grens op met de veehouder. Voor emissievermindering, gezondere koeien en kostenbesparing.’

Tweede termijn voor voorzitter Vaksectie Agro Bedrijfskunde

Hans de Bie gaat door als voorzitter van de Vaksectie Agro Bedrijfskunde van de VLB. Zijn eerste termijn liep af eind februari en is recent verlengd met een tweede termijn van drie jaar.

Nadat Hans kenbaar had gemaakt door te willen gaan als voorzitter is zijn voordracht unaniem ondersteund door de leden van de Vaksectie Agro Bedrijfskunde en bekrachtigd door het bestuur van de VLB.

Het bestuur wenst Hans heel veel succes toe. De transitie in de landbouw brengt tal van uitdagingen met zich mee, vraagstukken voor de landbouwers in Nederland die een oplossing behoeven.

Heel Interessante Regeling HIR

Energietransitie, stikstofdepositie, LBV, LBV+, piekbelaster, het zijn onderwerpen  die in 2023 hebben gespeeld.  En er mede oorzaak van zijn dat veehouders hun zegeningen tellen en hun onderneming geheel of gedeeltelijk gaan staken. En laat er nu één van die zegeningen verrassend genoeg uit Den Haag komen en wel van het Ministerie van Financiën, overigens mede na flink veel inspanningen hiervoor door de VLB.

De zegening waar we hier op doelen is de toepassing van de verruimde herinvesteringsreserve bij gedeeltelijke staking in geval van overheidsingrijpen en wel met ingang van 1 januari 2024.

Om de verruiming  te kunnen doorgronden is het zaak om eerst kennis te nemen wat een ondernemer met de herinvesteringsreserve (HIR) überhaupt kan bereiken. Als een ondernemer een door hem gebruikt bedrijfsmiddel met boekwinst verkoopt dan kan hij met de HIR deze boekwinst onder voorwaarden als een ‘eerste afschrijving’ in mindering brengen op een nieuw aangekocht bedrijfsmiddel. Zodoende wordt directe winstneming over de boekwinst  voorkomen;  wordt de winst verschoven naar de toekomst, waarin dan uiteraard wel minder afschrijving mogelijk zal zijn. Afijn, tot zover niets nieuws.

De aanpassing van de HIR is dat indien een ondernemer als gevolg van overheidsingrijpen zijn onderneming gedeeltelijk staakt en wil investeren in een nieuwe, andere onderneming, hij dat met ingang van volgend jaar fiscaalvriendelijk kan doen. Niet onbelangrijk om te vermelden is dat de Lbv en Lbv+ regelingen in dat kader zijn aangemerkt als vormen van overheidsingrijpen. Hiermee wordt het voor de stakende agrariër die gedeeltelijk staakt ook mogelijk om de belastingheffing over de ‘stakingswinst’ uit te stellen ofwel uit te smeren in plaats van ineens af te moeten rekenen. De geheel stakende boer kon dat bij overheidsingrijpen al. Tot en met 31 december 2023 kon de HIR afboeking bij een gemengd bedrijf alleen maar binnen diezelfde onderneming plaatsvinden. Als gevolg van de uitbreiding mag met ingang van 1 januari 2024 de HIR wegens gedeeltelijke staking, mits gevormd als gevolg van overheidsingrijpen, ook worden afgeboekt op investeringen in andere ondernemingen van dezelfde belastingplichtige.

Een voorbeeld. Stel een agrariër heeft één onderneming met twee bedrijfstakken, namelijk een akkerbouwtak en een melkveehouderij. Bij deelname aan de Lbv+ door de melkveehouderij kan de agrariër de winst daarop, bijvoorbeeld de behaalde verkoopwinst op fosfaatrechten vanaf 2024 ook afboeken op een afschrijfbare investering in een boerderijcamping of een nieuwe zorgboerderij. Tot en met 2023 was hij dan gedwongen om de winst via de HIR af te boeken op investeringen in zijn akkerbouwtak maar vanaf 2024 heeft de agrariër meer mogelijkheden.

Al met al wordt de HIR hiermee een Heel Interessante Regeling voor de stakende agrariër. Bij overheidsingrijpen kun hij de winst op bedrijfsmiddelen bijna altijd kwijt op investeringen in bedrijfsmiddelen. Het enige wat nog niet kan is een afboeking van een HIR wegens de verkoop van afschrijfbare bedrijfsmiddelen op niet-afschrijfbare bedrijfsmiddelen zoals grond.

Auteurs: Robin Nijhuis in samenwerking met Gerard de Bruin, belastingadviseurs bij Flynth

UITREIKING CERTIFICATEN BBA-V CURSUS

Maandag 15 januari jl. ontvingen de deelnemers die met goed gevolg de Basiscursus Bedrijfsadvies (BBA) hebben doorlopen hun certificaat. In een tijdspanne van meer dan een jaar namen zij deel aan modules op het gebied van wet- en regelgeving, agrarisch belastingrecht en bedrijfseconomie. BBA is een interne VLB-cursus om medewerkers verder te bekwamen in het vak van bedrijfskundige.

Na het uitreiken van de certificaten volgde een presentie door Marijn Schouten, Accountmanager Food & Agri bij Rabobank West Betuwe over beoordelingscriteria bij financieringsaanvragen, die uitmondde in een boeiende discussie.

Op de foto de aanwezige geslaagde kandidaten aan de vijfde BBA cursus: Teun Bleumink, Martin Mourik, Jeroen Bil, Tim Scheper, Sam Koppes te midden van de voorzitter van de Vaksectie Agro Bedrijfskunde, Hans de Bie. Ook geslaagd zijn Tim Ruijs, Jasper de Hollander, Simone van der Linden, Linda Oosting. De uitreiking vond plaats bij VLB-lid Alfa, te Wageningen.

De leden van de Vaksectie Agro Bedrijfskunde feliciteren alle kandidaten met het behaalde resultaat.

In de tweede helft van 2023 zijn twee nieuwe groepen met cursisten (BBA VI en BBA VII) gestart met de BBA-cursus.