Skip to content

Kosten voor sloop niet altijd aftrekbaar?

Verouderde agrarische bedrijfsgebouwen zonder functie vragen om sloop. Naast het feit dat deze bedrijfsgebouwen tot verloedering van het landschap leiden, trekken ze criminaliteit aan. Sloop is de beste oplossing. Echter wie draagt de kosten?!

Het slopen van verouderde bedrijfsgebouwen geschiedt in de agrarische sector in beperkte mate. Zolang het gebouw niet in de weg staat, is de gedachte vaak dat het gebouw (ooit) nog een doel dient. Daarnaast wordt bij de WOZ-taxatie nog waarde aan het gebouw toegerekend en brengt sloop de nodige kosten met zich mee.

Controle WOZ-taxatieverslag

Toch is het van belang om regelmatig de balans op te maken. Dit begint al met het jaarlijks controleren van het WOZ-taxatieverslag. Indien een waarde wordt toegekend aan gebouwen die niet meer binnen het bedrijf worden gebruikt, dan kan het lonen om bezwaar aan te tekenen. Verlaging van de WOZ-waarde leidt immers tot een lagere aanslag WOZ en aldus ook tot een verlaging van de zogenoemde bodemwaarde. Hierdoor ontstaat een groter afschrijvingspotentieel.

Fiscale verwerking te slopen gebouw : drie scenario’s

Indien daadwerkelijk wordt gesloopt dan zijn met betrekking tot de aftrekbaarheid van kosten nog enkele fiscale hobbels te nemen. De fiscale behandeling van de boekwaarde (plus sloopkosten) van het te slopen gebouw is hierbij afhankelijk van het scenario dat voorligt. We noemen er drie.

Sloop op bestaande locatie

In het eerste scenario wordt gesloopt in verband met herbouw ofwel de bouw van een nieuw bedrijfsgebouw. In een dergelijke situatie wordt er gesloopt om ruimte te maken voor nieuwbouw. In fiscale zin wordt dan gekeken naar kosten met betrekking tot de nieuwbouw. Met andere woorden de boekwaarde van hetgeen wordt afgebroken en de daarmee samenhangende sloopkosten worden aan de investering in de nieuwbouw toegerekend. Deze fiscale aanpak is niet altijd terecht.  

Immers dat bij het te slopen gebouw nog een boekwaarde van toepassing is, kan het gevolg zijn van voornoemde bodemwaarde waardoor het nog niet tot nihil was afgeschreven. Men kan zich afvragen of deze boekwaarde wordt opgeofferd voor de nieuwbouw dan wel eerder in de afschrijving betrokken had moeten worden. Een vergelijkbare situatie is aan de orde indien de nieuwbouw op het moment van ingebruikname een lagere bedrijfswaarde dan het geïnvesteerde bedrag heeft.

De conclusie is dat het niet voor de hand ligt om in alle gevallen de boekwaarde van het gesloopte gebouw bij de investeringskosten op te tellen, maar de fiscale verwerking te laten beïnvloeden door de voorgeschiedenis. Voor wat betreft de werkelijke sloopkosten ligt dit genuanceerder, omdat deze nu eenmaal noodzakelijk zijn om de grond bouwrijp te maken voor de nieuwbouw.

Sloop op nieuw aangekochte locatie

Een ander scenario is die waarin de ondernemer een vervangende locatie aankoopt, waarop hij één of meerdere bedrijfsgebouwen sloopt. In die situatie dient de aanschafwaarde van de gebouwen aan de ondergrond te worden toegerekend. De koper heeft dan immers hoofdzakelijk interesse in de ondergrond alsmede daarop verleende vergunningen tot herbouw. In dergelijke gevallen wordt de waarde van de gebouwen inclusief de sloopkosten aan de ondergrond toegerekend.

Sloop om te ruimen

Tot slot het scenario dat er wordt gesloopt om de simpele reden dat het gebouw geen functie binnen de onderneming meer heeft. Onder dergelijke omstandigheden kan de boekwaarde van het te slopen gebouw inclusief de sloopkosten in één keer ten laste van het resultaat worden gebracht.

Bert van den Kerkhof, voorzitter Vakgroep Recht

Dit betreft de content die is aangereikt aan de redactie van Nieuwe Oogst tbv de verenigingspagina van LTO Noord. Op 11 september 2021 is het artikel gepubliceerd. Zie hier.

Bert van den Kerkhof : ‘Sector heeft landbouwvrijstelling hard nodig’

Al decennia wordt er gesproken over het afschaffen van de landbouwvrijstelling, omdat de regeling geen doel zou dienen. Recent verscheen een rapport met wederom deze aanbeveling. Volgens belastingadviseur Bert van den Kerkhof dient de regeling wel degelijk een doel. Doorhalen maakt bedrijfsopvolging moeilijker, zeker nu banken steeds strakkere normen hanteren, het sectorbelang is juist nu groot.

Lees meer

Fiscale calamiteitenreserve voor landbouw

De minister van LNV heeft op 6 mei jl. aan de Tweede Kamer een brief gestuurd over het rapport dat door Wageningen Economic Research is opgesteld n.a.v. het onderzoek over een fiscale klimaat- en calamiteitenreserve voor de landbouw. De reserve zou schommelingen van het resultaat van boer en tuinder veroorzaakt door droogte, nattigheid en dierziekten dempen.

Het rapport is te herleiden naar een interview begin 2020 door De Boerderij met Bert van den Kerkhof, voorzitter Vaksectie Recht waarin Van den Kerkhof wijst op de mogelijkheid tot de invoering van een klimaatreserve binnen het EU-landbouwbeleid. Frankrijk, Denemarken en Ierland hebben speciale fiscale regelingen voor de landbouw. Naar aanleiding van het interview zijn Kamervragen gesteld, waarbij een motie van Jaco Geurts (CDA) is aangenomen ten gevolge waarvan de minister Schouten een onderzoek heeft ingesteld naar de mogelijkheden van fiscaal reserveren bij voornoemde calamiteiten.

Uit het onderzoek volgt onder meer dat voor een gedeelte van de agrarische bedrijven het effectief kan zijn om een reserve te vormen om in staat te zijn om grote inkomensdalingen op te vangen.

Spijtig is dat het Kabinet geen inhoudelijke reactie geeft op het rapport omdat het demissionair is.

  • zie hier voor de integrale tekst van het rapport
  • zie hier voor de Kamerbrief van Minister Schouten
  • zie hier voor het VLB-nieuwsbericht n.a.v. de Kamervragen door Jaco Geurts

Bernadette Roos, secretaris Vaksectie Recht