Skip to content

Ledencertificaten Friesland Campina

In de melkveesector zijn de winstprognoses voor 2022 gunstig. Iedere ondernemer, die in 2022 nog beschikt over ledencertificaten Friesland Campina, zal in 2022 een weloverwogen beslissing moeten nemen om wel of niet de ledencertificaten om te zetten in ledenobligaties vast. Bij het omzetten van de ledencertificaten in 2022 kan voor de belaste winst nog belastinguitstel worden verkregen; bij omzetten in 2023 kan dat niet meer.

De aanloop naar 2022. In 2007 heeft de fusie plaatsgevonden tussen Friesland Foods en Campina waarbij de nieuwe onderneming Friesland Campina is ontstaan. Bij deze fusie zijn er aan de toenmalige leden van Friesland Foods ledencertificaten toegekend met een waarde van € 50 per ledencertificaat. De Belastingdienst stond toe dat deze ledencertificaten voor waarde nihil op de balans kwamen omdat de leden de ledencertificaten om niet hebben verkregen.

Van ledencertificaten naar ledenobligaties vast. De ledencertificaten konden worden omgezet naar ledenobligaties vast. Ook deze ledenobligaties vast hadden een waarde van € 50 per ledenobligatie. Bij een dergelijke omzetting verkreeg men dan ledenobligaties, die als het ware betaald werden door het inleveren van een gelijk aantal ledencertificaten. Omdat op dat moment de ledencertificaten te gelde werden gemaakt, werd er fiscaal gezien een winst gemaakt van € 50 per ledencertificaat. 

Belastinguitstel toegestaan. De Belastingdienst stond toe dat deze winst van € 50 per ledencertificaat fiscaal ook ondergebracht kon worden in een herinvesteringsreserve, hierna te noemen: HIR. De HIR houdt in dat een boekwinst op een bedrijfsmiddel niet wordt opgenomen in de fiscale winst, maar wordt gereserveerd en wordt afgeboekt op investeringen in bedrijfsmiddelen. Op deze bedrijfsmiddelen is dan wel minder af te schrijven als gevolg van het lagere balansbedrag. De HIR kan alleen op bedrijfsmiddelen worden toegepast. De Belastingdienst was van mening dat ledencertificaten bedrijfsmiddelen waren.

Wanneer de boekwinst op de ledencertificaten in de HIR was onder gebracht, dan had een ondernemer 3 jaar de tijd om te investeren in bedrijfsmiddelen om de HIR op af te boeken. Dit kon alleen op bedrijfsmiddelen die in 10 jaar of korter worden afgeschreven. Hieronder vallen onder meer machines, installaties en fosfaatrechten.

Belastinguitstel niet meer toegestaan. De Belastingdienst is in 2021 tot de conclusie gekomen dat de ledencertificaten geen bedrijfsmiddel zijn en dat een boekwinst dan niet in de HIR ondergebracht kan worden. Omdat sinds 2007 de HIR wel was toegestaan, is als overgangsrecht besloten tot en met 2022 nog wel de HIR toe te staan.

Dit betekent dat in dit jaar nog voor het laatst een belaste boekwinst op de ledencertificaten ondergebracht kan worden in een HIR. Vanaf 2023 betekent iedere omzetting van ledencertificaten het verplicht nemen van de daarmee behaalde winst in het desbetreffende jaar en vervalt de mogelijkheid om de winst in de HIR onder te brengen.

Beslissing nemen voor einde dit jaar. In dit jaar kan derhalve nog wel de belaste winst worden ondergebracht in de HIR. Tot en met het jaar 2025 kan dan vervolgens de HIR worden afgeboekt op investeringen in bedrijfsmiddelen die in 10 jaar of korter worden afgeschreven. Als een omzetting plaats vindt na 2022 is de toepassing van de HIR niet meer mogelijk.

Auteur: Robin Nijhuis, voorzitter VLB Vaksectie Recht in samenwerking met Paul te Koppele, belastingadviseur bij Flynth. Content aangereikt aan de redactie van Nieuwe Oost, september 2022