Skip to content

Fiscaliteiten Ledenfinanciering FrieslandCampina, Q & A

FrieslandCampina (FRC) heeft met ingang van 1 januari 2022 haar beleid met betrekking tot de ledenfinanciering gewijzigd. De VLB heeft binnen het Platform Landbouw aandacht gevraagd voor de fiscale aspecten. Daaropvolgend heeft er afstemming plaatsgevonden tussen LTO NL c.s., waaronder de VLB en de Belastingdienst. E.e.a. heeft geresulteerd in ‘Vragen en Antwoorden aanpassingen ledenfinanciering FrieslandCampina’ die in juli 2022 zijn gepubliceerd door de belastingdienst op de site van LTO NL. Zie hier en zie hieronder voor de integrale tekst:

Disclaimer
De in deze publicatie opgenomen antwoorden zijn opgesteld met in achtneming van de Wet- en regelgeving en jurisprudentie zoals gepubliceerd tot 21 juli 2022. Na deze datum gepubliceerde Wet- en regelgeving en jurisprudentie kunnen tot andere antwoorden leiden.

Algemeen
Op basis van de aangeleverde brochure Aanpassingen ledenfinanciering FrieslandCampina (juni 2021) zijn melkcertificaten een nieuw ledenfinancieringsinstrument voor leden-melkveehouders. De melkcertificaten zijn gekoppeld aan de jaarlijkse hoeveelheid geleverde melk en worden alleen uitgegeven aan de leden in Nederland, België en Duitsland. Voor de behandeling van de vragen wordt enkel ingegaan op de situatie waarbij een lid-melkveehouder in Nederland gevestigd is.
De coöperatie geeft per 1 januari 2022 een bedrag van € 8,00 per 100 kilogram geleverde melk aan melkcertificaten uit aan de leden. Voor het bepalen van het aantal uit te geven melkcertificaten, geldt de hoeveelheid geleverde melk in de periode 1 oktober 2020 t/m 30 september 2021. Bij het financieren van de melkcertificaten kunnen leden kiezen uit drie opties, waarbij ook een combinatie mogelijk is:

  1. Eenmalig inwisselen van huidige ledenobligaties-vast en/of -vrij en/of bestaande ledencertificaten.
  2. Financiering met contante middelen.
  3. Leden die over onvoldoende ledenobligaties-vast en/of ledencertificaten beschikken om de melkcertificaten te financieren, kunnen voor het restant eenmalig gebruik maken van een uitgestelde betaling van maximaal 12 jaar. Dit betreft een rentevrije uitgestelde betalingsverplichting van het lid aan de coöperatie. Jaarlijks wordt in januari getoetst of het melkveebedrijf over voldoende melkcertificaten beschikt, op basis van de geleverde hoeveelheid melk in het afgelopen jaar. Indien het melkveebedrijf niet over voldoende melkcertificaten beschikt, dient het lid extra melkcertificaten aan te kopen van de coöperatie via de jaarlijkse handelsdag.
    Om recht te hebben op de contante nabetaling die wordt uitgekeerd over de waarde van de geleverde kilogrammen eiwit, vet en lactose in een kalenderjaar moet een lid-melkveehouder beschikken over onderliggende melkcertificaten.

Zoals aangegeven zijn via het Platform Landbouw vragen gesteld inzake FrieslandCampina en de melkcertificaten. Deze vragen worden hierna behandeld.
Vraag 1: Zijn melkcertificaten aan te merken als bedrijfsmiddel?
Antwoord: Ja. Melkcertificaten zijn duurzame kapitaalgoederen die onderdeel uitmaken van het vaste kapitaal van het melkveebedrijf en zijn bestemd om voor de uitoefening van het melkveebedrijf te worden gebruikt. De melkcertificaten zijn immers gerelateerd aan en nodig voor de geleverde melk. Ook is het houden van melkcertificaten een voorwaarde om in aanmerking te komen voor de contante nabetaling. Op grond hiervan zijn de melkcertificaten aan te merken als bedrijfsmiddel.


Vraag 2: Zijn ledencertificaten aan te merken als bedrijfsmiddel?
Antwoord: Nee
. Ledencertificaten zijn eenmalig ten tijde van de fusie van Friesland Foods en Campina verstrekt aan de vroegere leden van beide coöperaties. Ledencertificaten zijn niet bestemd om voor de uitoefening van melkveebedrijf te worden gebruikt. Op grond hiervan zijn de ledencertificaten niet aan te merken als bedrijfsmiddel.
In het verleden is het standpunt ingenomen dat de boekwinst die wordt behaald bij de vervreemding van ledencertificaten kan worden opgenomen in een herinvesteringsreserve (hierna: HIR). Dit standpunt komt met deze brief te vervallen. Wel zal de Belastingdienst een overgangsperiode hanteren waarin de boekwinst die wordt behaald bij de vervreemding van ledencertificaten nog kan worden opgenomen in een HIR. Deze overgangsperiode vangt per heden aan en eindigt per 31 december. Bij vervreemding van de ledencertificaten in deze periode kan voor de behaalde vervreemdingswinst een HIR worden gevormd.


Vraag 3: Is de bij vervreemding van de ledencertificaten gevormde HIR af te boeken op de nieuw aan te schaffen melkcertificaten?
Antwoord: Nee. Bij vervreemding van ledencertificaten kan enkel op basis van een toezegging een HIR worden gevormd. Er is geen sprake van een bedrijfsmiddel. Ledencertificaten en melkcertificaten hebben dan ook niet dezelfde economische functie binnen de onderneming. De bij de vervreemding van ledencertificaten gevormde HIR kan zodoende niet worden afgeboekt op de aan te schaffen melkcertificaten. De bij de vervreemding van de ledencertificaten gevormde HIR kan enkel worden afgeboekt op kort afschrijfbare bedrijfsmiddelen.
In het verleden is het standpunt ingenomen dat de HIR die is gevormd voor de boekwinst op ledencertificaten kan worden afgeboekt op ledenobligaties-vast. Dit standpunt komt met deze brief te vervallen. Wel zal de Belastingdienst een overgangsperiode hanteren waarin de HIR die is gevormd bij de vervreemding van
ledencertificaten kan worden afgeboekt op de aanschaffingskosten van ledenobligatiesvast. Deze overgangsperiode vangt per heden aan en eindigt per 31 december 2022. Bij vervreemding van de ledencertificaten in deze periode kan voor de behaalde boekwinst een HIR worden gevormd die wordt afgeboekt op de aanschaffingskosten
van ledenobligaties-vast.


Vraag 4: Kan op de melkcertificaten worden afgeschreven?
Antwoord: Nee. De Belastingdienst deelt het standpunt van de VLB dat het bedrijfsmiddel melkcertificaten gedurende de gebruiksduur niet in waarde zal dalen. Er is geen sprake van een slijtend bedrijfsmiddel. Afschrijven over het bedrijfsmiddel melkcertificaten is niet mogelijk.

Vraag 5: Kan op de investering in melkcertificaten kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA)
worden geclaimd?
Antwoord: Nee.
De Belastingdienst deelt het standpunt van de VLB dat op grond van art. 3.45, eerste lid, sub f, Wet IB 2001 geen KIA kan worden geclaimd.


Vraag 6: In het kader van de coöperatieve oplossing wordt 2% premie gegeven. Hoe is deze premie te kwalificeren voor de leden?
Antwoord:
Tijdens de handelsdagen van juni 2021, augustus 2021 en oktober 2021 kunnen de leden ledenobligaties-vrij kopen. Indien de leden deze netto-toename van de ledenobligaties-vrij gebruiken voor de financiering van de in januari aan te schaffen de melkcertificaten, kunnen zij een aanvraag doen voor de premie als ze hier gebruik van willen maken. De premie is 2 procent van de nominale waarde van de gekochte
ledenobligaties-vrij en zal in 2022 worden uitbetaald. De premie is afhankelijk van enerzijds de netto-toename van het aantal ledenobligaties-vrij en anderzijds de vereiste dat deze netto-toename gebruikt wordt voor de aanschaf van melkcertificaten.
FrieslandCampina heeft aangegeven dat zij deze premie niet ziet als korting op de stortingsplicht voor de aan te schaffen melkcertificaten, maar als bonus voor het feit dat de leden vervroegd hun obligaties verkopen. De premie is zodoende niet gelinkt aan de aankoop van de melkcertificaten. Leden welke de premie zullen ontvangen
dienen deze premie ten gunste van de winst in hun respectievelijke aangifte inkomstenbelasting dan wel vennootschapsbelasting op te nemen. De te ontvangen premie zal niet leiden tot een vermindering van de verkrijgingsprijs van de melkcertificaten.

Vraag 7: Hoe bij leden-melkveehouders om te gaan met de rentevrije uitgestelde betalingsverplichting van maximaal 12 jaar?
Antwoord:
FrieslandCampina biedt de mogelijkheid om voor de aanschaf van melkcertificaten eenmalig gebruik te maken van uitgestelde betaling. Het uitstel van betaling wordt verleend voor maximaal 12 jaar en is rentevrij. Initieel was FrieslandCampina voornemens een lening te verstrekken met een marktconforme rente, welke ook door
banken gehanteerd wordt voor soortgelijke financiering. Als gevolg van de kritiek van de leden is dit financieringsvoorstel gewijzigd in een rentevrije uitgestelde betalingsverplichting. Om de statuten te kunnen wijzigen was instemming nodig van de leden. Naar het oordeel van de Belastingdienst vindt het feit dat de uitgestelde betaling rentevrij is, zijn oorzaak in de sfeer van lid-coöperatie. Deze onzakelijke rente dient
voor de winstbepaling te worden geëlimineerd (verzakelijkt). Leden welke zijn over gegaan tot financiering van de melkcertificaten ontvangen een winstuitdeling ter grootte van een zakelijke rente. Daar tegenover staat dat de leden met financiering een extra financieringslast ter grootte van de zakelijke rente ten laste van de winst
kunnen brengen. Beide bedragen compenseren elkaar, waardoor per saldo de winstcorrectie per lid € nihil bedraagt.
Omdat rentevrije uitgestelde betaling zijn oorzaak vindt in de relatie lid-coöperatie is het niet mogelijk om de financiering als ook de melkcertificaten voor de contante waarde op de balans op te nemen. Zowel de melkcertificaten als ook de financiering komen voor de nominale waarde op de balans.


Vraag 8: Hoe om te gaan met de administratieve verwerking binnen een samenwerkingsverband?
Antwoord:
Binnen een samenwerkingsverband kan het zo te zijn dat de verdeling van de aanwezige melkcertificaten niet overeenkomt met de jaarwinstverdeling. Hierdoor kan het zijn dat de uitkering op de melkcertificaten afwijkt van de jaarwinstverdeling. Het is aan de ondernemers om dit verschil onderling op te lossen, waarbij sprake dient te zijn van zakelijk handelen. De Belastingdienst is hierin geen partij.


Vraag 9: Hoe dient in het kader van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) met de melkcertificaten te worden omgegaan?
Antwoord: Melkcertificaten zijn aan te merken als bedrijfsmiddel en dienen te worden
verantwoord als bedrijfsvermogen. Of gebruik gemaakt kan worden van de BOR, dient
te worden bepaald op het moment van overdracht en aan de hand van de dan
geldende wet- en regelgeving.

Eerder gepubliceerd over de fiscale aspecten van de ledenfinanciering FRC:

  • Melkcertificaten, de wijze van financiering ervan maakt nogal uit. zie hier.