Skip to content

Niet-verrekende zelfstandigenaftrek

Tekst van de publicatie in Nieuwe Oogst, d.d. 21 oktober 2017, auteur: Frank Rademakers, lid Vaksectie Recht VLB namens Acconavm

Als uw bedrijfsresultaten te laag zijn, kan uw recht op zelfstandigenaftrek naar de toekomst worden doorgeschoven. Hoe kunt u voorkomen dat u uw recht op verrekening verspeelt?

Zelfstandigenaftrek. Als ondernemer hebt u recht op een aantal speciale faciliteiten, waaronder de zelfstandigenaftrek. Voor die aftrekpost is vereist dat u ten minste 1.225 uur per jaar in uw onderneming werkt. Doet u daarnaast nog ander werk en ben u geen starter, dan geldt de aanvullende eis dat u minstens de helft van uw werkzame tijd aan uw bedrijf besteedt. De zelfstandigenaftrek is een aftrekpost in de inkomstenbelasting van 7.280 euro per jaar (en voor AOW-ondernemers van 3.640 euro per jaar). Sinds 2010 geldt dat u als ondernemer niet meer zelfstandigenaftrek krijgt dan het bedrag van de winst.

Doorschuiven. Indien de winst in een jaar onvoldoende is, wordt de zelfstandigenaftrek niet of niet helemaal benut. Dit niet-benutte deel wordt maximaal negen jaar vooruitgeschoven en kan alsnog worden benut in een jaar waarin er voldoende winst is. In dat jaar wordt het recht op zelfstandigenaftrek verhoogd met het uit het verleden doorgeschoven bedrag.

Voorbeeld. De rechtbank heeft geoordeeld in het geval van een ondernemer die in 2010 de zelfstandigenaftrek niet in aftrek kon brengen, omdat hij te weinig winst maakte. De man overleed begin 2011.

Doorgeschoven bedragen:

Jaarwinst 2010 t/m 2016: (stel)                              €   3.000

Totale winst over die jaren: 7 x € 3.000 (stel)        € 21.000

Zelfstandigenaftrek 2010 t/m 2016 (7 x 7.280)      € 50.960

Nog te verrekenen: € 50.960 minus € 21.000 =    € 29.960

Als zijn erfgenamen de zelfstandigenaftrek over 2010 in aftrek willen brengen op de stakingswinst 2011, oordeelt de rechter dat de overleden ondernemer in 2011 (nog) geen 1.225 uur had gewerkt, waardoor hij noch zijn erfgenamen de zelfstandigenaftrek uit 2010 op de stakingswinst 2011 in mindering konden brengen. Zou het gaan om de ondernemer uit ons cijfervoorbeeld, dan zou een zelfstandigenaftrekpost van bijna 30.000 euro verloren gaan.

Goedkeuring. De Staatssecretaris van Financiën, vindt de gevolgen van de uitspraak van de rechtbank te gortig en keurt het goed dat als er sprake is van een overlijden, de nog niet verrekende zelfstandigenaftrek toch verrekend kan worden, ook als niet wordt voldaan aan het urencriterium in het jaar van overlijden. De goedkeuring ziet op de stakingswinst van de ondernemer in het jaar van overlijden en niet op de jaarwinst.

Andere situaties en gevallen. Het staken van de onderneming als gevolg van het overlijden van de ondernemer komt maar weinig voor. De uitspraak en de reactie van de staatssecretaris hebben echter ook gevolgen voor andere ondernemers die een voorraad aan onverrekende zelfstandigenaftrek hebben staan en die een ‘draai’ gaan maken in hun werk(zaamheden) waardoor ze niet langer aan de 1.225 uureis voldoen. Die ondernemers doen er verstandig aan om met hun adviseur te bespreken of er mogelijkheden zijn om de ‘spaarpot’ aan onverrekende zelfstandigenaftrek leeg te schudden. Stilzitten, nietsdoen heeft tot gevolg dat de spaarpot weg wordt gekieperd.

Overleg. Hebt u niet-verrekende zelfstandigenaftrek en voorziet u dat u minder uren (minder dan 1.225 uur) in uw onderneming gaat werken, overleg dan met uw adviseur over verrekeningsmogelijkheden van de ‘spaarpot’ aan zelfstandigenaftrek. Wacht daar niet mee als u voorziet dat u niet langer zult voldoen aan de 1.225 uureis.