Skip to content

Melkveefosfaatrechten: meer duidelijkheid voor de praktijk

Bewerkte tekst van de publicatie in Nieuwe Oogst van 23 februari 2019, auteur André Verduijn, lid Vaksectie Recht namens Countus accountants + adviseurs.

Fosfaatrechten kunnen worden overgedragen. Omdat fosfaatrechten nog relatief ‘nieuw’ zijn en net weer anders dan melkquota, blijft het van belang om rekenschap te geven van de fiscale gevolgen. Een tussenstand over belastingaangelegenheden.

Aanvulling op vragen en antwoorden fosfaatrechten. Toen op 1 januari 2018 het stelsel van fosfaatrechten werd ingevoerd hadden voordien belastingadviseurs van de melkveehouders en de ambtenaren van de belastingdienst zich al verdiept in vele vragen over fosfaatrechten & belastingen. Dit heeft geresulteerd in  41 vragen & gezamenlijk geformuleerde antwoorden.

Fosfaatrechten: voorraad of bedrijfsmiddel ? Over het antwoord op deze vraag konden partijen het niet eens worden. Het antwoord van de belastingdienst was ‘voorraad’ en dat van de adviseurs was ‘een bedrijfsmiddel’. Het belang van het verschil in duiding zit in de mogelijkheid om de fiscale afrekening over een verkoopwinst op fosfaatrechten uit te kunnen stellen naar de toekomst, door toepassing van de ‘herinvesteringsreserve’ (HIR). De HIR kan onder voorwaarden worden toegepast bij verkoop van een bedrijfsmiddel maar nooit bij verkoop van voorraad.

Nuance in de standpunten. In de praktijk doen zich ten aan zien van fosfaatrechten (hierna ook rechten) allerlei situaties voor die nieuwe vragen oproepen. Omdat het antwoord van de belastingdienst de praktijk in ieder geval meer duidelijkheid brengt.

De Vereniging VLB heeft aan de belastingdienst de situatie voorgelegd van een agrariër die eind 2018 niet-benutte fosfaatrechten verkoopt en in 2018 of in 2019 benutte fosfaatrechten koopt (om geen productieruimte te verliezen).

Fosfaatrechten: bedrijfsmiddel, tenzij. Volgens de belastingdienst wordt de duiding van fosfaatrechten allereerst bepaald door wat de reële intentie van het gebruik van de fosfaatrechten is op de datum van toekenning (1 januari 2018). Is dat duurzaam gebruik, wat de norm is, dan zijn alle verkregen fosfaatrechten aan te merken als bedrijfsmiddel. De beoordeling per 1 januari 2018 is van feitelijke aard en wordt per geval vastgesteld, aldus de belastingdienst. Leidt de beoordeling tot de conclusie dat duurzaam gebruik van alle fosfaatrechten niet de intentie was, dan zal de belastingdienst stellen dat sprake is van voorraad voor het deel van de verkregen rechten dat van meet af aan naar verwachting onbenut zou blijven. Toepassing van de HIR is dan niet mogelijk.

Een andere  voorgelegde situatie betreft die waarin het op 1 januari 2018 de intentie van de veehouder is de rechten volledig te gaan benutten, maar dit door omstandigheden in 2018 niet is gebeurd. Als hij daarom eind 2018 onbenutte rechten verkoopt en vervolgens benutte rechten terugkoopt die naar verwachting in 2019 volledig zullen worden benut, wat o.m. kan blijken uit de uitbreiding van de veestapel, zijn de in 2018 verkochte ‘onbenutte rechten’ een bedrijfsmiddel in de zin van de herinvesteringsreserve. Echter, indien het niet reëel is dat een deel van de gekochte rechten duurzaam gebruikt gaat worden, bijv. in verband met verkoopplannen, dan is de belastingdienst van mening dat de naar verwachting blijvend onbenutte rechten als voorraad bestempeld moeten worden.

Vooruit met de geit. De adviespraktijk is weer een stap verder gekomen in de zin dat er helderheid vooraf is en hiernaar gehandeld kan worden. Bent u melkveehouder en heeft u plannen met uw fosfaatrechten, win dan tijdig advies in over de fiscale gevolgen.

 

 

 

 

 

André Verduijn, fiscalist bij Countus accountants + adviseurs

lees ook: