Het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft op 2 mei jl. uitspraak gedaan over de vraag of een mestsilo, sleufsilo’s en erfverharding aanhorigheden zijn in relatie tot bedrijfsgebouwen in een melkveehouderij. Het belang van de vraag zit in het afschrijvingspotentieel: als het geen aanhorigheden zijn, kunnen de activa tot de restwaarde worden afgeschreven. De VLB verdedigt dit standpunt.
Hof ‘s-Hertogenbosch volgt evenwel het standpunt van de inspecteur dat door de term aanhorigheden beslissend is of de bouwwerken ‘behoren bij, in gebruik zijn bij en dienstbaar zijn aan’ het gebouw. De mestsilo, sleufsilo’s en erfverharding kunnen naar het oordeel van het Hof niet los worden gezien van het bedrijfsproces zodat deze bouwwerken kwalificeren als aanhorigheden. Als gevolg hiervan kan op deze bouwwerken op grond van artikel 3.30a Wet IB maar beperkt worden afgeschreven.
Het oordeel van het Hof is in de opvatting van de VLB onbegrijpelijk. De VLB overweegt om tegen de uitspraak cassatie bij de Hoge Raad in te stellen.
mr. ing. H.J. van den Kerkhof, Voorzitter Vaksectie Recht VLB
Lees meer over de procedure aanhorigheden:
- https://vlb.nl/wp-content/uploads/2019/05/Eric-Beukema-interview-Bert-vd-Kerkhof-De-Boerderij-2016.pdf en
- https://vlb.nl/wp-content/uploads/2019/05/V-focus.interview-met-Peter-Ceelen-over-o.m.-procedure-aanhorigheden.juli2017.pdf
- Samenvatting uitspraak door Viditax d.d. 7 mei 2019
- Berichtgeving uitspraak door De Boerderij d.d. 7 mei 2019