Melkveehouderij blijft groeien in omvang en efficiëntie in 2016
VLB presenteert duurzaamheidskengetallen voor het vijfde jaar op een rij. Zwolle 26 juli 2017
In 2016 is de melkproductie volgens verwachting verder gestegen, zowel op bedrijfsniveau als per koe. De jongveebezetting daalde vorig jaar verder. Het totale energieverbruik houdt de dalende trend vast en de stikstof-fosfaat-verhouding in de mest neemt toe. Dit zijn een aantal belangrijke bevindingen uit de duurzaamheidskengetallen 2016 die de VLB vandaag presenteert.
Voor de zuivelsector in Nederland is een duurzame melkproductie belangrijk. De vijf VLB kantoren (ABAB, Accon avm, Alfa, Countus en Flynth) ondersteunen de melkveehouders bij het verder verduurzamen met ‘referentiekaders’. Daartoe zijn voor het vijfde jaar op een rij duurzaamheidskengetallen van klanten (data) verzameld, geanalyseerd en vergeleken met het voorgaande jaar. Onderstaand volgen de belangrijkste bevindingen.
Jongveebezetting daalt verder
In 2016 is de melkproductie volgens verwachting verder gestegen, zowel op bedrijfsniveau als per koe. Ook de melkproductie per hectare neemt toe. Door de afname van het aantal stuks jongvee per 10 melkkoeien daalt de veedichtheid een tiende naar 2.8 GVE/hectare. Jongvee maakt dus plaats voor melkkoeien om te kunnen blijven voldoen aan de grondgebondenheidseisen. Opvallend is de toename van het aantal bedrijven met een automatisch melksysteem (AMS-bedrijven). Ondanks deze toename is het percentage bedrijven met een vorm van weidegang gelijk gebleven en is er een stijging van het aantal uren weidegang.
Onverminderde aandacht voor diergezondheid en welzijn
De gemiddelde leeftijd van de veestapel is afgenomen maar zal mede door het fosfaatreductieplan naar verwachting in 2017 en opvolgende jaren weer stijgen. De uiergezondheid afgemeten aan het tankcelgetal is constant. In een jaar met een matige melkprijs is er niet bezuinigd op de curatieve en preventieve diergezondheidskosten. Deze kosten nemen daardoor relatief toe.
Totale energieverbruik houdt dalende trend vast
Al een aantal jaar neemt het totale energieverbruik in de vorm van elektra en diesel af. Deze trend zet door ondanks een groter aantal bedrijven met een automatisch melksysteem in de dataset. Het verbruik van stikstof uit kunstmest is ook verder gedaald. Dit wordt deels veroorzaakt door de verlaging van het aandeel grasland in het bouwplan.
Fosfaatproductie neemt af, stikstofproductie neemt toe
De focus van de sector op het verlagen van de fosfaatproductie is duidelijk waarneembaar in een hogere fosfaatefficiëntie van de veestapel. Hierdoor is de melkproductie per kg fosfaat toegenomen. Al is de melkproductie op bedrijfsniveau toegenomen, de totale fosfaatproductie daalt. Dit is een positieve ontwikkeling. Maar de keerzijde hiervan is een toename van het negatieve fosfaatbodemoverschot naar -11,6 kg per hectare. Door de toenemende fosfaatefficiëntie en de iets afnemende stikstofefficiëntie van de veestapel neemt de stikstof-fosfaat-verhouding in de mest toe. Hierdoor is binnen de derogatie de jaarlijkse fosfaatonttrekking door de teelt van voedergewassen niet meer te compenseren met rundveemest. Door kunstmest te verruilen voor rundveemest kan deze ontwikkeling worden gekeerd, maar dit is binnen de huidige wetgeving niet toegestaan. Door de afnemende stikstofefficiëntie en de groei in de melkproductie is de totale stikstofproductie toegenomen, waardoor de ammoniakemissie per ton melk ook stijgt. Gemiddeld was 2016 een goed groeizaam jaar afgemeten aan de droge stof opbrengsten en de daling van het stikstofbodemoverschot per hectare naar 140,5 kg. Dit is gunstig.
Reserveringscapaciteit te laag voor gezonde bedrijfsvoering
Een duurzame bedrijfsontwikkeling is alleen mogelijk als er voldoende geld wordt verdiend in de sector. In 2016 is de reserveringscapaciteit te laag. Dankzij de melkprijsstijging in het laatste kwartaal is de reserveringscapaciteit uiteindelijk nog uitgekomen op € 4,41 per 100 kg melk. Maar voor een financieel gezonde bedrijfsvoering met ruimte voor investeringen is het dubbele bedrag nodig.
Het nut en de noodzaak van duurzaamheidskengetallen
De ontwikkeling van de Nederlandse zuivelketen is alleen mogelijk als wordt voldaan aan de milieurandvoorwaarden. De VLB ondersteunt een verantwoorde bedrijfsontwikkeling en werkt hierin samen met NZO, LTO en Nevedi. De KringloopWijzer als managementinstrument geeft een belangrijke impuls aan het verhogen van de mineralenefficiëntie. In de VLB duurzaamheidskengetallen zijn daarom een belangrijk aantal kengetallen uit de KringloopWijzer opgenomen. Door de toename van het gebruik van de KringloopWijzer is het aantal bedrijven in de dataset flink uitgebreid, naar ruim 550 melkveebedrijven. Daardoor wordt een representatief beeld geschetst van de mineralenefficiëntie op de melkveebedrijven, al kunnen de bevindingen op onderdelen afwijken van een sectorrapportage gegeven de deelnemende bedrijven.
De kengetallen zijn thematisch gerangschikt volgens de thema’s uit de Duurzame Zuivelketen en zodanig opgesteld dat deze managementinformatie voor de melkveehouders opleveren, praktisch toepasbaar en meetbaar zijn.
Meer weten Meer informatie is te verkrijgen bij de voorzitter van de werkgroep -Duurzaamheidskengetallen van de VLB, dhr. Jaap Gielen, j.gielen@countus.nl of 06-14 32 03 68.
Bijlage: Duurzaamheidskengetallen in 2014, 2015 en 2016
Noot voor de redactie:
De VLB behartigt de fiscaal-juridische en agro-bedrijfskundige belangen van de aansloten leden: ABAB Accountants en Adviseurs, Accon avm adviseurs en accountants, Alfa Accountants en Adviseurs, Countus accountants + adviseurs en Flynth adviseurs en accountants.
www.vlb.nl Contactpersoon bij VLB is Anja van Hout , 06-48 10 64 95, anjavanhout@vlb.nl