Onderstaande content heeft als basis gediend voor het artikel ‘Fiscus aast op geld stoppende boer’ van Wim Esselink gepubliceerd d.d. 5 juni in De Boerderij ‘.
Controle belastingdienst : wie en wat
De belastingdienst heeft plannen om een landelijke actie te starten om (veelal oudere) agrariërs die al jaren verlies leiden, hun onderneming te doen laten staken. Bij de beoordeling van de bronvraag zal de belastingdienst zeer waarschijnlijk ook kijken naar de aftrek van kosten en de toegepaste ondernemersaftrek, waaronder de zelfstandigenaftrek.
De fiscus gaat bij deze bronbeoordeling zeer waarschijnlijk uit van drie categorieën: geen ondernemers, wel ondernemers en twijfelgevallen. De adviseur hoeft die indeling niet te volgen. Verder zal de focus van de belastingdienst liggen op 70+ boeren; het spreekt voor zich dat leeftijdsdiscriminatie het noemen van een leeftijd niet erg logisch is.
Het ligt voor de hand dat de situatie waarbij ook loonbelasting kan worden teruggehaald helemaal in het vizier van de fiscus ligt. Dit speelt bijvoorbeeld in de situatie van een boer met een baan bij de gemeente met een jaarloon van € 20.000 en daarnaast een agrarische activiteit die jaarlijks een verlies van € 10.000 geeft.
Voorsorteren
Het is belangrijk na te gaan wie hierover nader geïnformeerd dient te worden en welke situaties nadere aandacht behoeven. Vervolgens zal een fiscalist met de boer in gesprek gaan om te kijken wat wijsheid is en in deze nog gedaan kan worden.
Onderstaand volgen in verband hiermee een aantal handvatten en denkrichtingen. Daarbij staan de ‘ouweboeren’ centraal, maar het kan uiteraard ook voor andere sectoren opgeld doen, al is daarover (nog) niets bekend.
Winstberekening
Om de hoogte van de winst te beoordelen doet de rentelast mee. Het gaat dus om de winst ná rentebetalingen. Ook tellen de (belastbare) subsidies en de betalingsrechten gewoon mee. De fiscale aftrekposten als de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling doen uiteraard niet mee voor de bronvraag. Ook de effecten van de WASO en Vamil worden geëlimineerd. Het gaat dus om een bedrijfseconomische benadering van de voordeelsverwachting.
In dit kader is het ook goed om te weten dat een (lagere) rechter onlangs heeft geoordeeld dat de waardestijging van onroerend goed (de stille reserves in onroerend goed dus) niet meedoet voor de beantwoording van de bronvraag. Echter, voor een bollenkraam werd in 2006 door de (lagere) rechter geoordeeld dat die waardeontwikkeling wél meetelde voor de bronvraag. De rechter verwijst daar naar meerdere arresten van de Hoge Raad.
Vooruitlopend op ‘naderend onheil’ doet de adviseur er verstandig aan te bezien of de kosten van de agrariër naar beneden kunnen of de winst omhoog. Als daarmee wordt bereikt dat het resultaat boven nul komt, kan een staking mogelijk voorkomen worden. Hier volgen wat tips.
Hoe winst te realiseren:
– waardering van voorraad / vee verhogen.
– (productie)rechten verkopen
– verkopen van machines, / vervoermiddelen
– vrijval van voorzieningen / herinvesteringsreserve (HIR)
Hoe kosten te reduceren:
– niet meer afschrijven bij het bereiken van de restwaarde
– schulden af lossen, waardoor de rentelasten verminderen
– kritisch kijken naar de kosten; wellicht zijn ze te minimaliseren
Einde onderneming
Indien het niet mogelijk is om in fiscale zin ondernemer te blijven, dan zijn er de volgende aandachtspunten:
- Wat is de werkelijke waarde (WEV) en wat is de agrarische waarde (WEVAB) van de grond?
- Is de grond verpacht geweest en zo ja hoelang?
- Zitten er op de grond ‘pachtersclaims’ of afgeboekte fiscale reserves?
- Wat is de waarde in het economische verkeer (WEV) en de boekwaarde van de gebouwen?
- Wat en hoeveel meters behoren tot het privé-vermogen ? Bijvoorbeeld een woning (met achterhuis), maar ook verhuurde zaken vanuit privé (box 3). Voor de woning kan mogelijk geput worden uit de heretiketteringsdossiers uit 2000, 2005 of 2006.
- Wat is de FOR stand en stemt die overeen met de gegevens van de fiscus?
- Zijn er desinvesteringsbijtellingen te verwachten?
- Kan de stakingsaftrek van € 3630 gebruikt worden, of is die na het jaar 2000 al benut?
- Onderzoek of er liquide middelen zijn om af te kunnen rekenen over de stakingswinst.
- Wil de klant banksparen toepassen of een stakingslijfrente bedingen? De hoogte ervan varieert met de leeftijd van de staker.
- Zaken die verkocht gaan worden kunnen buiten de stakingsopstelling blijven. Deze worden belast bij verkoop. Bij verkoop kan dan de MKB-winstvrijstelling toegepast worden. Mogelijk zelfs een langlopende liquidatie.
- Productierechten gaan niet over naar privé. Deze blijven tot moment van verkoop ondernemingsvermogen. Bij verkoop kan ook de MKB-winstvrijstelling toegepast worden.
- Zijn er fiscale verliezen? Gaan die verdampen? Zo ja, dan is eerder staking soms zelfs in het voordeel van de klant.
- Uiteraard kunnen (gestalde) zelfstandigenaftrek en de MKBwinstvrijstelling worden toegepast.
Als fiscaal gestaakt is een taxatie nodig. Hiervoor behoef je alle van belang zijnde factoren in beeld te hebben, zoals:
– zit er asbest in het onroerend goed of is er sprake van vervuilde grond?
– wat zegt het bestemmingsplan, het saneringsplan, de structuurvisie etc.?
– wat is de staat van het onderhoud?
– is er Ruimte voor Ruimte mogelijk?
Benut de mogelijkheden
Het zal vaak zo zijn dat de termijn voor het bedingen van bankspaarproduct wegens staking of een stakingslijfrente al verlopen is (6 maanden na afloop van het stakingsjaar). Onderhandel met de fiscus over een termijnverlenging bij een gedwongen fiscale staking. Gangbaar daarbij is een verlenging van de termijn tot 3 maanden na het ondertekenen / uitbrengen van de (gezamenlijke) taxatie. Hierdoor is er voldoende tijd om de oudedagsvoorziening te regelen om de nadelige fiscale effecten van de gedwongen staking deels te elimineren.
In overleg met de fiscus kan in voorkomende gevallen ook besproken worden dat het verlies uit de aangifte IB wordt geëlimineerd, waartegenover de afrekening over de meerwaarden in het onroerend goed wordt uitgesteld tot latere verkoop of het meest gerede moment van afbraak van de opstallen. Dit kan aan de klant met een tekort of krapte aan beschikbare financiële middelen (enig) soelaas bieden. Zeker als er geen middelen zijn om de inkomstenbelastingafrekening of het bankspaarproduct te betalen.
Toekomst boer
Bedenk dat de fiscus de de boer enkel in fiscale zin wil laten staken, maar de hobby door de boer voortgezet mag worden. Voor agrariërs die denken dat de fiscus hun boerschap wil ontnemen kan hiermee een struikelblok worden weggenomen. De boer mag rustig nog ‘hobbyen’ als hij dat wil. Let wel: na fiscale afrekening wordt het onroerend goed ondergebracht in box 3 en gaat de hobby mogelijk meer (belasting)geld kosten.
Een aandachtspunt bij staking is ook de overdrachtsbelasting. Er kan bijvoorbeeld nog een termijn lopen, zoals de 10 jaartermijn voor cultuurgrond. Als de termijn van 10 jaar nog niet vol is, kan naheffing van overdrachtsbelasting voorkomen worden door aansluitend aan de staking de grond te verpachten aan een agrariër die nog wel fiscaal ondernemer is.
Verder dient gelet te worden op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (voor de erf- en schenkingsrecht) en de mogelijke meerwaardeclausules. Is de afgelopen jaren het bedrijf overgenomen en lopen daar nog termijnen voor? Controleer dit.
Oftewel genoeg ‘food for thought’ voor de ouweboeren!
Robin Nijhuis, 3 april 2019
Lid Vaksectie Recht namens Flynth
Zie ook: nieuweoogst.nl/nieuws/2019/07/10/fiscus-zit-stoppende-boer-achter-de-vodden