Skip to content

Melkveehouders willen helderheid over fosfaatrechten

Betreft: door VLB bewerkte tekst. Brontekst van VLB-lid ABAB, gepubliceerd in Nieuwe Oogst d.d. 15 december 2017.

 

Melkveehouders willen helderheid over fosfaatrechten

Twee weken voordat fosfaatrechten verhandelbaar worden is er nog veel onduidelijkheid over de fiscale aspecten van fosfaatrechten. De melkveehouders zouden gebaat zijn bij duidelijkheid vooraf.

 

Aanloop naar 1 januari 2018

Zowel voor melkveehouders die hun fosfaatreferentie vanaf 1 januari 2018 te gelde willen maken als voor melkveehouders die fosfaatrechten willen kopen of leasen, bestaat nog veel onduidelijkheid over de fiscale gevolgen van deze mogelijkheden.

Melkveehouders die volgens de overheid niet grondgebonden zijn, worden per 1 januari 2018 generiek gekort op de hoeveelheid toegekende fosfaatrechten. De korting bedraagt 8,3 procent ten opzichte van het aantal gehouden stuks melkvee op 2 juli 2015.

Hoewel er nu al afspraken gemaakt worden over toekomstige fosfaatrechten, zijn deze per 1 januari pas officieel verhandelbaar. Kopers, verkopers én de Belastingdienst volgen nauwgezet hoe de markt zich dan ontwikkelt. Maar er is veel onduidelijkheid, ook nu nog, twee weken voor het zover is.

Is herinvesteringsreserve van toepassing?

Het is nog niet duidelijk of de Belastingdienst fosfaatrechten ziet als voorraad of als bedrijfsmiddel. Dat maakt vooral voor een verkopende partij veel uit. Tot nu toe ziet de Belastingdienst rechten die per 1 januari 2018 worden verkregen en meteen naar een andere veehouder gaan, als voorraad. Dat betekent dat de verkoper hiervoor geen herinvesteringsreserve kan vormen.

Bij een herinvesteringsreserve hoeft de verkoper de boekwinst over de rechten niet in de fiscale winst op te nemen, als hij die investeert in een ander bedrijfsmiddel. Hij bespaart dan direct belasting over die boekwinst.

Als dat niet mogelijk is, kan een verkoper zijn fosfaatrechten beter ook na de jaarwisseling nog een bepaalde periode gebruiken of verleasen. Als hij ze dan later verkoopt, ziet de Belastingdienst de fosfaatrechten wél als bedrijfsmiddel.

De vraag is alleen hoe lang die periode moet zijn. Het is belangrijk dat daarover snel helderheid komt. Zolang die er niet is, kan een veehouder proberen om afspraken te maken met de Belastingdienst.

Is herinvesteringsreserve te benutten?

De VLB is van mening dat de invoering van fosfaatrechten die per 1 januari gaat gelden, niet meer of minder is dan een formalisering van de fosfaatreferentie die een veehouder nu al heeft. Het is dus geen voorraad, maar een bedrijfsmiddel.

Als de Belastingdienst fosfaatrechten die per 1 januari naar een andere eigenaar gaan, ziet als bedrijfsmiddel, kan de verkoper de boekwinst wél benutten voor de herinvesteringsreserve.

Dat kan overigens alleen als hij investeert in zijn bestaande bedrijf of als hij zijn bedrijf volledig staakt en een nieuw bedrijf start waarin hij investeert. Als er bijvoorbeeld al akkerbouw is op het bedrijf kan hij gebruik maken van de herinvesteringsreserve, voor zover hij deze tak uitbreidt.

Bij het starten van een nieuwe tak naast een bestaande tak is de herinvesteringsreserve niet toegestaan. Het is niet altijd eenvoudig vast te stellen of er sprake is van een nieuwe agrarische tak. Geldt enkele hectaren mais bijvoorbeeld als akkerbouwbedrijf? De melkveehouder moet hierover vooraf goed over nadenken en zo nodig vooraf met de Belastingdienst overleggen.

Afschijven op de investering in fosfaatrechten?

Voor de koper maakt het veel uit of hij gekochte fosfaatrechten kan afschrijven. Maar de Belastingdienst stelt vooralsnog dat dit niet kan omdat er geen einddatum zou zijn. Alleen bij een einddatum is afschrijven mogelijk.

De VLB stelt daar tegenover dat er altijd sprake is van een einddatum. Het tijdstip is alleen nog niet bekend, net als het moment dat het stelsel van fosfaatrechten weer verdwijnt. Het gaat erom binnen hoeveel tijd een koper verwacht de rechten te kunnen terugverdienen. Eerder hanteerde de Hoge Raad ook dat argument in een zaak over het afschrijven van productierechten.

Als een koper de gekochte fosfaatrechten niet kan afschrijven, leidt dat tot hogere kosten. Als hij daarvoor geld leent, moet de rente en aflossing aan de bank worden betaald, zonder dat ten opzichte van de aflossing een bedrag voor afschrijving in aftrek kan worden gebracht. Als hij wel mag afschrijven kan hij uit het bedrag van de afschrijving de aflossing voldoen.

VLB is van oordeel dat bij een tijdelijke regeling een afschrijving hoort en is bereid om dit tot aan de hoogste rechter uit te procederen. Maar in de meeste gevallen is het niet wenselijk om het op een procedure te laten aankomen. Zoiets kan jaren duren. Zo’n lange periode van onzekerheid bemoeilijkt de ontwikkeling van het bedrijf. VLB doet er dan ook alles aan om haar standpunt op dit punt voor het voetlicht te brengen.

Leasen als alternatief 

Ook het leasen van fosfaatrechten kan. Dat is vooral interessant als blijkt dat afschrijving van de aangekochte rechten niet mogelijk is. Maar in de wet staat dat leasen voor één jaar een korting oplevert van 10 procent. Dat geldt ook bij leasen voor een langere periode, maar zolang de leaseperiode doorloopt, is er geen sprake van een volgende overdracht die andermaal tot een korting leidt.

Er zijn grofweg twee vormen van leasen: financial lease en operational lease. In deze situatie moet het gaan om operational lease, want financial lease staat fiscaal gelijk aan koop en daarop is volgens de Belastingdienst geen afschrijving mogelijk. Bij operational lease maken verleaser en leaser specifieke afspraken over wat er na de leaseperiode gebeurt. Ze kijken naar de mogelijkheden om op het eind van de leaseperiode te voorkomen dat er opnieuw een korting van 10 procent plaatsvindt.

Uiteraard is het niet de bedoeling dat de leaser aan het eind van de leaseperiode met lege handen staat. Het is daarom van essentieel belang dat de gemaakte afspraken schriftelijk worden vastgelegd en zijn afgestemd op de specifieke situatie.

Groeiers en samenwerken 

Melkveehouders waarvan het bedrijf na de peildatum in 2015 sterk gegroeid is, hebben een groot belang om rechten te kopen. Want die hebben de last van de financiering van een stal die deels leeg staat. Die lege plekken kosten elke dag geld. Bij aankoop van fosfaatrechten moeten zij naast de financiering van de stal, ook de aankoop van fosfaatrechten financieren.

Dat kan leiden tot te zware financiële last om ‘alleen’ te dragen. Maar wachten tot de fosfaatrechten verdwijnen is ook geen optie. Samenwerking kan dan uitkomst bieden. Bedrijven worden dan samengevoegd en gedurende een bepaalde tijd voor gezamenlijke rekening en risico gerund. De eigenaar van de fosfaatrechten kan die na verloop van tijd binnen deze samenwerking ‘geruisloos’ doorschuiven, dus zonder te hoeven afrekenen met de Belastingdienst.

 

Bernadette Roos, secretaris VLB

Lees ook: Fosfaatrechten: nog geen antwoorden; artikel in V-Focus, december 2017