Draag je als (agrarisch) ondernemer je onderneming over aan de volgende generatie of neem je zelf de onderneming over, dan gaat dit meestal niet tegen de vrije waarde. Het verschil tussen de overeengekomen koopprijs en de vrije waarde van een onderneming wordt fiscaal gezien als ‘schenking’ waarover schenkbelasting is verschuldigd. Als de bedrijfsopvolgingsregeling (kortweg BOR) toegepast kan worden, betaalt de bedrijfsopvolger meestal geen of weinig schenkbelasting.
De BOR kan onder voorwaarden gebruikt worden bij schenking van ondernemingsvermogen (en bij vererving door overlijden). Omdat de vrijstelling van schenkbelasting niet geldt voor beleggingsvermogen, is er vaak discussie of iets ondernemings- of beleggingsvermogen is. Dit is aanleiding geweest om de regeling aan te passen. De aanpassingen gaan de komende jaren stapsgewijs in, te beginnen in 2024. Hieronder enige aandachtspunten.
Aanpassing in 2024 – verhuurd vastgoed
Vanaf 1 januari 2024 is bij het schenken (of nalaten) van een onderneming de bedrijfsopvolgingsregeling niet meer van toepassing op (gedeelten van) verhuurde onroerende zaken. Verhuurd vastgoed in een onderneming (inclusief schulden) wordt vanaf die datum als beleggingsvermogen aangemerkt.
Wanneer een gebouw een gedeelte van het jaar ter beschikking wordt gesteld aan een ander, wordt er een evenredig deel aan het beleggingsvermogen toegerekend. Als het onroerend goed minder dan 10% van de tijd wordt verhuurd lijkt het geen consequenties te hebben voor de bedrijfsopvolgingsregeling.
Er hoeft geen juridisch (huur)contract aanwezig te zijn; ook het ‘gratis’ in bruikleen geven van een schuur of het verpachten van landerijen kan betekenen dat de BOR hiervoor niet geldt. In de agrarische praktijk heeft dit gevolgen bij onder meer de verhuur van een mestsilo, loods of caravanstalling of een gedeelte ervan.
Uitzonderingen
De aanpassing geldt niet voor ter beschikking gesteld onroerend goed bij:
- Verhuur voor eigen bedrijfsuitoefening binnen een concern (BV-structuur) of door de vennoot in een personenvennootschap
- Kortdurende terbeschikkingstelling in de dienstensector, te denken aan hotelkamers
- Uit gebruik geven van landbouwgrond met een schriftelijke teeltpachtovereenkomst (over deze uitzondering staat in een opvolgend artikel van Frank Rademaekers aanvullend informatie)
Aanpassingen na 2024
Vanaf 2025 wordt een leeftijdsgrens ingevoerd voor de ‘bedrijfsopvolger’, die moet minimaal 21 jaar zijn. Verder wordt de 100%-vrijstelling van BOR verhoogd tot € 1.500.000, maar wordt voor het bedrag daarboven de vrijstelling verlaagd naar 70%.
Daarnaast geldt vanaf 2025 de BOR niet meer voor het privégedeelte van ‘keuzevermogen’. Bedrijfsmiddelen met een waarde boven de € 100.000 die privé worden gebruikt, moeten voor de BOR worden gesplitst. Een voorbeeld hiervan is de bedrijfswoning die bij de bedrijfsoverdracht nog op de balans staat. In 2026 worden de bezits- en de voortzettingseis naar verwachting versoepeld.
Speelt er een bedrijfsoverdracht? Let er dan goed op of de vrijstelling van de bedrijfsopvolgingsregeling wel voor alle bedrijfsactiva zal gelden.