Skip to content

GLB Monitor

Eerste ervaringen en mogelijke verbeteringen

Vanuit de VLB zijn vragen gesteld aan RVO over de GLB monitor. De eerste praktijkervaringen bieden kansen voor verbeteringen. RVO gaat hierop het gesprek aan om samen met de VLB het programma gebruiksvriendelijker te maken.

Recent heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de GLB Monitor gepubliceerd en in gebruik genomen. Dit platform fungeert als een centrale plek waar steekproeven en meldingen uit het Areaal Monitoring Systeem (AMS) worden gebundeld. Daarnaast is de monitor voorbereid om in de toekomst ook andere controles en meldingen te kunnen publiceren.

Anouk Boerhof en René Meems – beiden werkzaam bij VLB-lid Countus – hebben hun ervaringen in een gesprek met RVO medewerkers gedeeld. In een open gesprek zijn onduidelijkheden en knelpunten besproken en toegelicht. RVO heeft aangegeven de feedback te waarderen. Enkele opmerkingen kunnen op korte termijn aangepast worden. Andere opmerkingen zijn ingrijpender en zullen op langere termijn mogelijk opgepakt worden.

De verbeterpunten focussen zich onder andere op:

  • Transparantie en eenvoudigheid: Hoe kan het systeem duidelijker communiceren wat er van gebruikers verwacht wordt? Verduidelijking van perceelsnaam en -nummer en zo mogelijk de eco-regeling waar de melding betrekking op heeft.
  • Het proces: Hoe kan de ondernemer beter meegenomen worden in de voortgang van het proces. Van melding tot controle en afronding. Ook het moment van beoordeling.
  • Termijn: De reactietermijn voor de ondernemer is vaak te kort.
  • Communicatie en toelichting: In en rondom de melding met wie, hoe en wanneer.

Toekomstige Verbeteringen en Communicatie

Hoewel niet alle suggesties direct kunnen worden geïmplementeerd, worden alle signalen en wensen zorgvuldig geëvalueerd. Waar mogelijk, zullen deze aanpassingen zeker doorgevoerd worden. Belangrijk om te vermelden is dat de naam en het nummer van het perceel binnenkort beschikbaar zullen komen in de monitor. Daarnaast zoekt RVO voor het beoordelen van de eco-regeling houtig element naar een ander systeem. Alle meldingen (openstaand/behandeld) van de landschapselementen zijn inmiddels geannuleerd.

De eerste batch-meldingen zijn op 6 augustus verstuurd, deze ondernemers hebben toen een e-mail ontvangen. Echter, niet alle relaties hebben hierop gereageerd. Deze meldingen zullen opnieuw worden opengezet om gebruikers de kans te geven alsnog te reageren. De exacte invulling van de extra termijn is nog niet bekend, RVO zal hierover binnenkort verder berichten.

Conclusie

Het gesprek met RVO werd als nuttig en prettig ervaren door beide partijen. Als VLB-adviseurs werden we gehoord en hebben we praktijkervaring toe kunnen voegen. Voor RVO gaf het waardevolle input om het systeem gebruiksvriendelijker te maken. We blijven in gesprek om samen de best mogelijke oplossingen te vinden en het systeem verder te verbeteren in het belang van alle betrokken relaties.

Rick Hoksbergen, lid van de Vaksectie Agro Bedrijfskunde van de VLB, werkzaam als directeur Agro Advies bij Countus

.

Kavelruil blijft fiscaal voordelig

De koper van grond of gebouwen is overdrachtsbelasting verschuldigd over de waarde of aankoopprijs. Het tarief is voor een woning die men zelf gaat bewonen 2% (voor starters tot 35 jaar geldt een vrijstelling), maar in alle andere gevallen 10,4%. Er gelden vrijstellingen voor bijvoorbeeld bedrijfsopvolging in de familiekring en voor verkrijging van landcultuurbouwgrond, maar overigens is de 10,4% belasting een forse kostenpost bij verkrijging van met name gebouwen. De kavelruil kan hier uitkomst bieden.

Bij een kavelruil brengen drie of meer partijen grond of gebouwen in, gelegen in het buitengebied, waarna deze onder hen worden (her)verdeeld. Ook partijen die alleen grond kopen of verkopen kunnen aanhaken. Bij een kavelruil geldt ook een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting. Vooral voor gebouwen is dat zeer aantrekkelijk. Daarnaast geldt er bij kavelruil geen ‘volgtermijn’ van 10 jaar waar binnen de vrijstelling nog zou kunnen worden teruggenomen.

In de praktijk wordt dan ook goed gelet op de kansen om transacties in het buitengebied te bundelen in een kavelruil. De uitvoering van een kavelruil is in handen van de notaris. Die zal eerst een kavelruilovereenkomst opstellen en die laten registreren. Daarna volgt de eigenlijke akte van kavelruil. Een ‘notarieel’ voordeel van een kavelruil is dat rechten van hypotheek op de in te brengen grond direct over kunnen gaan op de grond of gebouwen die bij de kavelruil aan de inbrenger worden toegedeeld.

Sinds 1 januari 2024 is de kavelruil opgenomen in de nieuwe Omgevingswet. Hoewel die overgang eigenlijk ‘beleidsneutraal’ zou verlopen, lijkt die wet op één punt toch een nadere voorwaarde te stellen aan een kavelruil. In de nieuwe wet staat namelijk: ‘Een kavelruil landelijk gebied is een kavelruilovereenkomst die strekt tot verbetering van een gebied in overeenstemming met de functies die aan de betrokken locaties zijn toegedeeld’. Dit betreft de ‘materiële verbeteringseis’: een kavelruil moet leiden tot een objectieve verbetering van de inrichting van het landelijk gebied. Deze eis was onder de regeling die gold tot 2024 naar de achtergrond geraakt, maar lijkt met de nieuwe wet weer terug. Notarissen zullen vanaf dit jaar dan ook weer ‘enig verhaal’ willen hebben bij een kavelruil en mogelijk ook de belastingdienst waar het gaat om de fiscale vrijstelling.

Tenslotte moet nog vermeld worden dat recent een wijziging van de vrijstelling overdrachtsbelasting voor kavelruilen is voorgesteld. Volgens dit voorstel zouden woningen alleen nog kwalificeren als zij feitelijk functioneren als agrarische bedrijfswoning. Voor andere (bedrijfs)gebouwen gaat de eis gelden dat deze ‘bedrijfsmatig ten behoeve van de landbouw worden geëxploiteerd’. Verder gaat voor woningen en gebouwen ook een 10 jaar volgtermijn gelden. LTO en VLB hebben commentaar geleverd op het wetsvoorstel. De wijziging zou in 2025 moeten ingaan.

Conclusie. Ondanks deze aanscherpingen blijft de kavelruil, vooral vanwege de vrijstelling voor de overdrachtsbelasting, een aantrekkelijk instrument. Het kan interessant om een kavelruil nog dit jaar af te ronden, voordat de voorwaarden voor de fiscale vrijstelling strenger worden.

Auteur: André Verduijn, senior fiscalist en lid van de Vaksectie Recht namens Countus

André Verduijn, senior fiscalist en lid van de Vaksectie Recht namens Countus

Deze content is aangereikt aan de redactie van Nieuwe Oogst is 22 juni 2024 gepubliceerd in de rubriek Fiscale Zaken

VLB-reactie op concept wettekst BOR en DSR

De VLB heeft gereageerd op het Wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025. Met de reactie geeft de VLB, Vaksectie Recht, gehoor aan de oproep van het Ministerie van Financiën om het wetsvoorstel te becommentariëren teneinde te komen tot een betere De reactie is geënt op de casusposities die zich voordoen en voor kunnen doen bij de agrariërs in bedrijfsopvolgingssituaties. De reactie is vormgegeven door vragen en antwoorden. De vragen gaan o.m. over de voorstellen m.b.t.

  • de reikwijdte van de BOR en DSR ab te beperken tot aandelen met 5% belang in het geplaatste kapitaal
  • de verkorting van de termijn van de voorzettingseis van vijf naar drie jaar
  • de versoepelingen t.a.v. herstructureringen tijdens de periode van de bezits- en voortzettingseis
  • de maatregelen om zogenoemde rollatorinvesteringen tegen te gaan
  • de maatregelen om de zogenoemde dubbel-BOR tegen te gaan

De VLB heeft de vragen beantwoord en van de aangeboden gelegenheid gebruik gemaakt om aandachtspunten van wetstechnische aard en nog andere aandachtspunten t.a.v. het concept wetsvoorstel te beschrijven.

Zie hier voor de inhoud van de VLB-reactie

De reactie is van de hand van Robin Nijhuis in samenspraak met de andere leden van de Vaksectie Recht.