Skip to content

Krapte op de mestmarkt

In 2023 kwam de mestmarkt flink onder druk te staan. Onder andere door de afbouw van derogatie, de aanleg van verplichte bufferstroken en minder mogelijkheden om mest uit te rijden in het natte voorjaar. Melkveehouders betaalden forse bedragen aan afzet of bleven zitten met mest die ze niet konden afvoeren. Wat zijn de ontwikkelingen voor het komende jaar en hoe ga je hier mee om?

Huidige en geplande maatregelen

Medeverantwoordelijk voor de krapte op de mestmarkt zijn de maatregelen waaraan landbouwers moeten voldoen. De volgende zijn je vast niet onbekend:

  • Verplichte bufferstroken langs sloten.
  • Stimuleringsregeling vanggewassen (op zandgrond).
  • Afbouw derogatie.
  • Versnelde afbouw derogatie in aangewezen met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden).
  • Verbod op derogatie in Natura 2000- en grondwaterbeschermingsgebieden.

Maar die maatregelen zijn er niet voor niets. In 2027 moet de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater in orde zijn. Dit is met specifieke doelen vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water (KRW). De tijd dringt en bovenstaande maatregelen lijken niet voldoende om de doelen te behalen. Inmiddels heeft het ministerie zogenoemde bufferzones van 250 meter rondom specifieke stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden aangewezen. Hier is per 2024 geen derogatie meer mogelijk, net als in de Natura 2000- en grondwaterbeschermingsgebieden zelf.

Nutriënten verontreinigde-gebieden (NV-gebieden)

In NV-gebieden is derogatie nog wel mogelijk, maar hier is al een versnelde afbouw ingezet. Daarnaast krijgen NV-gebieden te maken met een daling van de totale stikstofgebruiksnorm van 5% in 2024 ten opzichte van 2023. Hiermee wordt toegewerkt naar een daling van 20% in 2025.

Grondwaterbeschermingsgebieden in NV-gebieden

Om het nog ingewikkelder te maken, overlappen sommige nieuwe NV-gebieden met grondwaterbeschermingsgebieden. De verlaging van de totale stikstofgebruiksnorm zal in deze gebieden in 2024 al 10% zijn ten opzichte van 2023. Daarentegen zijn er NV-gebieden aangewezen waar alleen een overschrijding op fosfor is geconstateerd. Deze gebieden krijgen mogelijk géén korting van 20% op de stikstofgebruiksnorm in 2025, maar aanvullende maatregelen op het gebied van fosfaat.

Nitraatuitspoeling

Sinds de jaren ’90 is de uitspoeling van nitraat in het grondwater sterk gedaald. De afgelopen 10 jaar was echter nauwelijks meer sprake van een daling. De concentratie is sinds 2018 zelfs weer behoorlijk toegenomen, dit is te wijten aan een aantal droge jaren.

In de Kaderrichtlijn Water (KRW) is een bovengrens van 50 mg nitraat per liter grondwater vastgesteld. Deze norm wordt in delen van het land overschreden. Met een te grote afstand tot de norm moeten we rekening houden met beperkingen op bedrijfsniveau. Denk dan aan:

  • Een verbod op het telen van uitspoelingsgevoelige gewassen (mais, aardappelen en groentegewassen op zandgrond).
  • Verplicht vanggewassen telen ongeacht de hoofdteelt.
  • Een verbod op het scheuren van blijvend grasland.

Stikstofgebruiksnorm dierlijke mest

Terug naar derogatie, waarbij we een gebied als voorbeeld nemen waar nu nog een gebruiksnorm van 230 kg N/ha uit dierlijke mest is toegestaan. Door aanwijzing als NV-gebied of bufferzone kan dit gebied dit jaar ineens zakken naar een stikstofgebruiksnorm van 210 kg N/ha of 170 kg N/ha (tabel 1).

Tabel 1: Stikstofgebruiksnorm dierlijke mest in verschillende gebieden

Gebied / Norm N-dierlijk/ha202420252026
N-2000, grondwaterbeschermingsgebieden en bufferzones 170 170 170 
NV-gebieden 210 190 170 
Rest van Nederland 230 200 170

Mestafzet plannen

In 2023 liepen de bedragen voor mestafzet richting het najaar fors op. Wacht dit jaar dus niet te lang met het regelen van de mestafzet. Akkerbouwers ontvangen drijfmest het liefst in het voorjaar – mits het land niet te nat is. Op tijd afspraken maken én vastleggen is onontbeerlijk.

Verschillende bedragen voor mestafzet in verschillende scenario’s geven grote verschillen weer (tabel 2). Uitgangspunt voor deze berekening is een bedrijf met derogatie. Er is 40 hectare gras, 10 hectare mais en 100 melkkoeien met bijbehorend jongvee (stikstof-excretie van 120). Het bedrijf mocht in 2023 nog rekenen met 240 kg N/ha. Dit resulteerde in het meest gunstige scenario in ongeveer € 8.928 aan mestafzetkosten. In het meest ongunstige scenario valt zijn derogatie dit jaar weg en lopen de mestafzetkosten op tot € 40.475. 

Tabel 2: Mestafzetkosten bij verschillende bedragen en in verschillende scenario’s

 202320242024 NV gebied 2024 zonder derogatie
N-Norm 240 230210170
Mestafvoer m3 744 869 1.119 1.619 
Mestafzet € 12 € 8.928 € 10.428 € 13.428 € 19.428 
Mestafzet € 20 € 14.880€ 17.380 € 22.380 € 32.380 
Mestafzet € 25€ 18.600 € 21.725 € 27.975 € 40.475 

Advies

Het mestprobleem vooruitschuiven is in de dynamische mestmarkt geen optie. Extra mestafzet zit in samenwerking met akkerbouwers, extra hectares onder het bedrijf of samenwerking in mestverwerking. Ook het scherper gestuurd worden op verlaging van de mestproductie. Bijvoorbeeld door het eiwitniveau van het rantsoen te verlagen, om daarmee een lager ureum te realiseren. 1 punt ureum verlaging bij 100 koeien scheelt immers al een vrachtwagen mestafvoer per jaar.

Rick Hoksbergen, lid van de Vaksectie Agro Bedrijfskunde van de VLB, werkzaam als directeur Agro Advies bij Countus.

Netwerkbijeenkomst verenigingen agrarisch recht

Uitnodiging voor de vijfde editie van de netwerkbijeenkomst georganiseerd door de NVR, VvARA, VLB en VASN op woensdag 31 mei 2023, met als thema:

DE GEBIEDSGERICHTE AANPAK INTEGRAAL AANGEPAKT

  • Landelijk & Provinciaal
  • Zakelijk & Juridisch
  • Sociaal-emotioneel

Sinds de stikstofcrisis staat de transitie van het landelijk gebied hoog op de agenda in Den Haag en in de provincies. In de agrarische sector gaat het over piekbelasters en onteigening voor natuur en over het stilleggen van bouw- en infraprojecten; alles heeft met elkaar te maken. Omdat elk gebied in Nederland anders is, vraagt deze impasse om een aanpak, die passend is voor de specifieke omstandigheden van dat gebied: de Gebiedsgerichte Aanpak.

Deze middag zoomen we vanuit het landelijk, via het provinciaal naar het bedrijfsniveau hierop in. Er is niet alleen aandacht voor de planologische, zakelijke en juridische aspecten, maar ook voor de sociaal-emotionele. Want voor het welslagen van de transitie van het landelijk gebied is een integrale aanpak essentieel.

Graag nodigen wij leden van onze verenigingen VASN, NVR, VLB en VvARA uit voor een interessante, leerzame en gezellige middag. We starten met een inlooplunch en sluiten af met een borrel. Zo is er weer volop gelegenheid om leden van de andere verenigingen, die net als u dagelijks werkzaam zijn in het agrarisch recht, te ontmoeten.


PROGRAMMA:

vanaf 12.30 uur        :  inlooplunch

13.20 –  13.30 uur    :  opening door de dagvoorzitter

13.30 – 14.05 uur    :  Roel During schetst de grote lijnen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied

14.05 – 14.40 uur    :  Marcel Eektimmerman gaat in op het Provinciaal Programma Landelijk Gebied

14.40 – 15.00 uur    :  pauze

15.00 – 15.35 uur    :  Jos Ebbers belicht de zakelijke en juridische aspecten Opkoopregelingen op bedrijfsniveau

15.35 – 16:10 uur    :  José Roeloffzen-Bols gaat in op de sociaal-emotionele aspecten

16:10 – 16.45 uur    :  forumdiscussie

16:45 uur                  :  netwerkborrel aangeboden door de NVR, de VvARA, de VASN en VLB.


  • Datum : woensdag 31 mei 2023
  • Locatie : Fletcher Hotel De Wageningsche Berg te Wageningen
  • Kosten             : € 275 excl. btw
  • Studiepunten  : NVR/VvARA/VASN/VLB 3 studiepunten
  • Aanmelden : middels het aanmeldingsformulier. Hier te downloaden.

Gecombineerde opgave 2023: een onhaalbare opgave?!

Inmiddels zit de eerste maand voor het invullen van de Gecombineerde opgave erop. De indieningsperiode loopt in principe tot en met 15 mei. Het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is erg ingewikkeld en heeft tot de nodige veranderingen in de opgave geleid. Vooral het registreren van percelen, landschapselementen en bufferstroken kost fors meer tijd. Daar komen bij de regelmatige storingen en traagheid in de applicaties. De Vereniging van Accountants en Belastingadviseurs (VLB) maakt zich grote zorgen over de uitvoering, en pleit daarom voor verruiming in het aanvraagproces.

De bedrijfsadviseurs van ABAB, Alfa, Countus en Flynth, gezamenlijk vertegenwoordigd in de VLB, zetten zich al vele jaren in voor agrarische klanten bij het voldoen aan de verplichtingen die voortkomen uit het GLB en de mestwetgeving. Met de invoering van een nieuw GLB en de uitvoering van het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn wordt de sector dit jaar geconfronteerd met een grote hoeveelheid aan complexe regelgeving en met veel aanpassingen bij de uitvoering daarvan.


Onzekerheid en onduidelijkheid

De late afronding van het GLB-NSP en de trage besluitvorming rondom de derogatiebeschikking heeft geleid tot aanvullende wijzigingen in regelgeving, en daardoor gezorgd voor een beperkte tijd in de voorbereiding. De ontwikkeling van het nieuwe GLB heeft jaren geduurd, terwijl de feitelijke uitvoering nu in een periode van 3,5 maand – tussen 1 februari en 15 mei – moet gebeuren. Ook nu, ten tijde van de Gecombineerde opgave, heerst er nog altijd enorm veel onzekerheid en onduidelijkheid bij agrarisch ondernemers en hun adviseurs.

Overvol

Waar tot vorig jaar uiteenlopende adviseurs hun klanten nog konden helpen bij het verzorgen van de Gecombineerde Opgave, zien we dat meerdere partijen de keus hebben gemaakt om deze dienstverlening te stoppen, door de fors toegenomen tijdsbesteding, grote complexiteit en bijbehorende risico’s. Een deel van de landbouwers die de opgave altijd zelf deed, lukt het dit jaar gewoonweg niet. Gevolg is dat veel meer ondernemers bij de VLB-kantoren aankloppen, terwijl zij tot 15 mei al meer dan overvol zitten.

Brandbrief aan de minister

Minister Adema is zich bewust van de verwarring en onrust bij de ondernemers en heeft eerder aangegeven de signalen van boeren en sectororganisaties op te pakken. Hij ziet 2023 als leerjaar en wil met de sector kijken naar goede oplossingen in situaties waarin de te late bekendmaking van de voorwaarden, de complexe samenhang van regels, of onjuiste registratie in RVO-systemen voor niet-nakoming zouden kunnen zorgen. In een brandbrief aan de minister heeft de VLB haar zorgen geuit en diverse aanbevelingen gedaan.

Voorstellen voor verruiming

De enige mogelijkheid om meer agro-ondernemers te kunnen ondersteunen, is het op zeer korte termijn doorvoeren van een forse beperking van zaken die al voor 15 mei in de Gecombineerde Opgave moeten worden meegenomen en een aanzienlijke verlenging van de opgaveperiode. De VLB doet de volgende voorstellen:

• Zet maximaal in op goed werkende applicaties Mijn percelen en Gecombineerde opgave.

• Zorg voor een optimale informatievoorziening en ondersteuning aan landbouwers en adviseurs, met voldoende capaciteit van RVO.

• Laat landbouwers uiterlijk 15 mei opgave doen van hun bouwplan en de deelnamemelding voor de basispremie en de ecopremie.

• Sta landbouwers toe om na 15 mei, tot uiterlijk 30 november 2023, een exacte opgave te doen van de feitelijke oppervlakte, inclusief landschapselementen en bufferstroken.

• Bied landbouwers de mogelijkheid om tot 30 november 2023 opgave te doen van uitgevoerde eco-activiteiten, ook activiteiten die niet eerder zijn aangemeld.

• Maak bij de uitbetaling van de GLB-subsidies gebruik van voorschotbetalingen.

• Pas ruime coulance toe bij administratieve fouten in het aanvraagproces en opgegeven oppervlakten voor zowel GLB als mest.

Jeroen van den Hengel, lid VLB Vaksectie Agro Bedrijfskunde namens Alfa