Skip to content

UITREIKING CERTIFICATEN BBA-VI en BBA-VII CURSUS

Maandag 3 maart 2025 ontvingen de deelnemers die met goed gevolg de Basiscursus Bedrijfsadvies (BBA) hebben doorlopen hun certificaat. In een tijdspanne van meer dan een jaar namen zij deel aan modules op het gebied van wet- en regelgeving, agrarisch belastingrecht en bedrijfseconomie. De BBA is een interne VLB-cursus om medewerkers verder te bekwamen in het vak van bedrijfskundige.

Na het uitreiken van de certificaten volgde een presentie door Marijn Schouten, Accountmanager Food & Agri bij Rabobank West Betuwe over beoordelingscriteria bij financieringsaanvragen, die uitmondde in een boeiende discussie.

Op de foto de aanwezige geslaagde kandidaten van de BBA VI en BBA VII cursus, Margreet Bodegom, Nico Stokman, Berdien Egberts, Scott van der Vlugt, Renco Krol, Lourens Minnema, Bram Beltman, Nanka Nijenhuis, Elise van Drie, Remco Swart, Kim Boon, Sven Walderveen, Stef Wissink samen met de voorzitter van de Vaksectie Agro Bedrijfskunde, Hans de Bie. Ook geslaagd zijn Erwin Pol, Iris Philipsen, Justine Post, Albert Bakker, Hillebrand Pool en Boudewijn Krabben. De uitreiking vond plaats bij VLB-lid aaff, te Wageningen.

De leden van de Vaksectie Agro Bedrijfskunde feliciteren alle kandidaten met het behaalde resultaat.

Landbouwvrijstelling en erfpachtfinanciering

Op vrijdag 27 september 2024 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over de toepassing van de landbouwvrijstelling bij erfpachtfinanciering. Met een gunstige uitkomst!

Erfpachtfinanciering is in de agrarische sector een veel gebruikte manier om kapitaal dat ‘vastzit’ in de grond vrij te maken voor bijvoorbeeld bedrijfsinvesteringen. De praktijk kent diverse vormen en aanbieders. In deze procedure draaide het om de agrarische indexerfpacht, ook wel de Fagoed-erfpacht genoemd. Bij deze variant verkoopt de agrariër zijn landbouwgrond aan een belegger voor  70% van de vrije waarde van de grond. Gelijktijdig krijgt hij een recht van erfpacht op de grond terug, zodat hij ongestoord kan blijven ondernemen. Aan het eind van de looptijd van het erfpachtrecht (of tussentijds als het contract daarin voorziet) kan de eigendom worden teruggekocht. Het bedrag dat bij terugkoop betaald moet worden bestaat uit de oorspronkelijke koopsom (de 70%) plus een inflatiecorrectie per jaar (indexatie) en, bij tussentijdse terugkoop, een procentuele opslag. De terugkoopprijs aan het einde van de erfpachtperiode kan echter nooit hoger zijn dan de vrije waarde van de grond op dat moment.

Wat vooraf ging

In 1996 gaf de Hoge Raad al aan dat als een agrariër van plan is de grond uiteindelijk terug te kopen, hij de index- of Fagoed-erfpacht boekhoudkundig mag verwerken als een vorm van financiering. De grond blijft dan op de balans staan en de ontvangen koopsom wordt in de boeken opgenomen als geldlening. Het bedrag waarmee de lening elk jaar wordt verhoogd (de indexatie) is, evenals de erfpachtcanon, aftrekbaar van de winst.

Dit zogenaamde Fagoed-arrest liet echter nog een aantal vragen open. Bijvoorbeeld: wat gebeurt er fiscaal als de agrariër zijn grond (tussentijds) terugkoopt en vervolgens met winst doorverkoopt? Mag hij dan op de volledige waardestijging de landbouwvrijstelling toepassen? Of komt de eerder afgetrokken indexatie, als aandeel van de erfpachtfinancier in de waarde van de grond, hierop in mindering?

Oordeel Hoge Raad

In de hierover door VLB-lid Countus gevoerde procedure vond de Belastingdienst dat het Fagoed-arrest niet doorwerkte naar een latere doorverkoop van de grond, met als gevolg dat een deel van de waardestijging van de grond niet onder de landbouwvrijstelling zou vallen. Zowel de rechtbank als het gerechtshof volgden de mening van de Belastingdienst. De Hoge Raad komt echter tot een ander oordeel. Uiteindelijk is beslissend of en in hoeverre de waardeontwikkeling van de grond de agrariër aangaat. Nu de erfpachtfinanciering van begin af aan was verwerkt als geldlening en de indexatie niet afhankelijk was van de waardeontwikkeling van de grond, is het belang bij de grond economisch gezien altijd bij de agrariër gebleven. De volledige boekwinst valt daarmee onder de landbouwvrijstelling.

Conclusie

Het arrest van de Hoge Raad geeft een bevestiging waar de agropraktijk al sinds het Fagoed-arrest op rekende. Toch zijn nog niet alle vragen beantwoord. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat de agrariër het erfpachtrecht inclusief terugkooprecht tussentijds verkoopt aan een andere agrariër. Of dit arrest ook in die situatie geldt, zal de tijd leren.

Auteur: Gieljan Grotenhuis, Fiscalist bij Countus en verbonden aan de Vaksectie Recht van de VLB

GLB Monitor

Eerste ervaringen en mogelijke verbeteringen

Vanuit de VLB zijn vragen gesteld aan RVO over de GLB monitor. De eerste praktijkervaringen bieden kansen voor verbeteringen. RVO gaat hierop het gesprek aan om samen met de VLB het programma gebruiksvriendelijker te maken.

Recent heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de GLB Monitor gepubliceerd en in gebruik genomen. Dit platform fungeert als een centrale plek waar steekproeven en meldingen uit het Areaal Monitoring Systeem (AMS) worden gebundeld. Daarnaast is de monitor voorbereid om in de toekomst ook andere controles en meldingen te kunnen publiceren.

Anouk Boerhof en René Meems – beiden werkzaam bij VLB-lid Countus – hebben hun ervaringen in een gesprek met RVO medewerkers gedeeld. In een open gesprek zijn onduidelijkheden en knelpunten besproken en toegelicht. RVO heeft aangegeven de feedback te waarderen. Enkele opmerkingen kunnen op korte termijn aangepast worden. Andere opmerkingen zijn ingrijpender en zullen op langere termijn mogelijk opgepakt worden.

De verbeterpunten focussen zich onder andere op:

  • Transparantie en eenvoudigheid: Hoe kan het systeem duidelijker communiceren wat er van gebruikers verwacht wordt? Verduidelijking van perceelsnaam en -nummer en zo mogelijk de eco-regeling waar de melding betrekking op heeft.
  • Het proces: Hoe kan de ondernemer beter meegenomen worden in de voortgang van het proces. Van melding tot controle en afronding. Ook het moment van beoordeling.
  • Termijn: De reactietermijn voor de ondernemer is vaak te kort.
  • Communicatie en toelichting: In en rondom de melding met wie, hoe en wanneer.

Toekomstige Verbeteringen en Communicatie

Hoewel niet alle suggesties direct kunnen worden geïmplementeerd, worden alle signalen en wensen zorgvuldig geëvalueerd. Waar mogelijk, zullen deze aanpassingen zeker doorgevoerd worden. Belangrijk om te vermelden is dat de naam en het nummer van het perceel binnenkort beschikbaar zullen komen in de monitor. Daarnaast zoekt RVO voor het beoordelen van de eco-regeling houtig element naar een ander systeem. Alle meldingen (openstaand/behandeld) van de landschapselementen zijn inmiddels geannuleerd.

De eerste batch-meldingen zijn op 6 augustus verstuurd, deze ondernemers hebben toen een e-mail ontvangen. Echter, niet alle relaties hebben hierop gereageerd. Deze meldingen zullen opnieuw worden opengezet om gebruikers de kans te geven alsnog te reageren. De exacte invulling van de extra termijn is nog niet bekend, RVO zal hierover binnenkort verder berichten.

Conclusie

Het gesprek met RVO werd als nuttig en prettig ervaren door beide partijen. Als VLB-adviseurs werden we gehoord en hebben we praktijkervaring toe kunnen voegen. Voor RVO gaf het waardevolle input om het systeem gebruiksvriendelijker te maken. We blijven in gesprek om samen de best mogelijke oplossingen te vinden en het systeem verder te verbeteren in het belang van alle betrokken relaties.

Rick Hoksbergen, lid van de Vaksectie Agro Bedrijfskunde van de VLB, werkzaam als directeur Agro Advies bij Countus

.