Bewerkte tekst van het interview met Carola Soethoudt door Geesje Rotgers gepubliceerd in V-focus april 2019
Carola Soethoudt is plaatsvervangend directeur bij de Belastingdienst en is verantwoordelijk voor het dossier Landbouw. Ze is voorzitter van het overleg tussen LTO c.s. en de Belastingdienst, waar uitvoeringsvraagstukken op de agenda staan. Het overleg, in de wandelgangen beter bekend als het Platform Landbouw, vindt drie keer per jaar plaats. De vereniging VLB neemt als partner van LTO deel aan het Platform Landbouw.
Handelen van aangiftestroom. De Belastingdienst streeft ernaar de aangiften tijdig, juist en volledig in haar bezit te hebben. “Wij proberen het voor de mensen zo gemakkelijk mogelijk te maken, bijvoorbeeld door te werken met vooringevulde aangiftes voor particulieren.” Soethoudt schat dat zo’n 80 tot 90 procent van de belastingplichtigen tijdig en correct aangifte doet. Een relatief klein deel van de belastingplichtigen doet niet die tijdige en correcte aangifte. Vaak is dit door onwetendheid of omdat de regelgeving complex is. Soms neemt een belastingplichtige het gewoon wat minder nauw. Hoe trouw is de agrarische doelgroep bij het doen van aangifte? Soethoudt zegt daar geen inzicht in te hebben. De meest agrariërs vallen onder het segment MKB. Een segment dat zo’n 2,1 miljoen belastingplichtigen telt. “In het verleden heeft de fiscus flink wat procedures gevoerd over specifieke agrarische problematiek. Deze doelgroep was goed in het vinden van ‘mogelijkheden’, maar aan de andere kant is de regelgeving ook niet altijd heel duidelijk. Vaak zijn de feiten en omstandigheden bepalend voor het antwoord op de vraag of iets zwart of wit is.”
Landbouw kent specifiek fiscale regelingen. Eenheid van beleid en uitvoering is belangrijk voor de Belastingdienst. De landbouw is een speciale doelgroep voor de fiscus, die speciale aandacht vraagt. “De landbouw kent een aantal specifieke fiscale regelingen, zoals de landbouwvrijstelling. Geen enkele andere doelgroep heeft dergelijke ‘eigen’ regelgeving. Verder zijn de belangen binnen deze sector groot, er staat veel kapitaal op het boerenerf. In het verleden was er veel discussie met agrariërs over de waarde waarvoor (on) roerende zaken op de balans moesten worden gezet. Want hoeveel is bijvoorbeeld een koe waard?”, vertelt Soethoudt. Dit was reden om een Platform Landbouw in het leven te roepen.
Platform Landbouw. Het Platform Landbouw is een samenwerkingsverband tussen de Belastingdienst en LTO Nederland, waarbij LTO Nederland zich onder andere laat ondersteunen door de vereniging VLB (Vereniging van Accountants en Belastingadviseurs). Samen met het bedrijfsleven worden jaarlijks de zgn. Landelijke Landbouwnormen vastgesteld voor de meest gangbare kostenposten en voor bepaalde bedrijfsmiddelen en voorraden voor agrarische bedrijven. Ondernemers moeten deze normen gebruiken voor het bepalen van de jaarwinst van het bedrijf en de aangiften inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.
Afspraken maken aan de voorkant. Binnen de belastingdienst is er een speciaal kennisteam voor specifieke fiscale landbouwkwesties, het centraal aanspreekpunt landbouw (CAL). Hier worden de praktijkcasussen ingebracht vanuit het beleid, het agrarische advies en de Belastingdienst. Deze kennisgroep komt, soms na overleg met het Ministerie van Financiën of externe partijen, met een bindend advies. “Wij maken het liefste ‘aan de voorkant’ afspraken, zodat wij niet achteraf geconfronteerd worden met duizenden bezwaren.
Agro fiscale dossiers. Een recent dossier dat veel heeft gevraagd van de Belastingdienst, betreft de invoering van de fosfaatrechten. “Wij wilden het bedrijfsleven tijdig duidelijkheid geven over de fiscale gevolgen. Bij de fosfaatrechten hebben we te maken met vijf regelingen, zoals de stoppersregeling, de toekenning van de rechten, de toeslag van zuivelbedrijven bij krimp van de melkproductie. Samen met LTO Nederland en de fiscale advieswereld zijn wij begonnen met het inventariseren van de fiscale knelpunten die hier speelden en kwamen uiteindelijk tot ruim 40 fiscale vraagstukken. Wij hebben vervolgens voor al die vraagstukken aangegeven hoe hier in fiscale zin mee moet worden omgegaan. Soms is gekozen voor
een collectieve regeling, soms voor een oplossing op maat waarbij de ondernemer een afspraak moet maken met de locale belastinginspecteur.”
Ook de regelingen die voortvloeien uit de klimaatafspraken vergen veel van de Belastingdienst. Denk aan dossiers over aanleg van windmolenparken en akkers met zonnepanelen. Het onttrekken van grond aan de landbouw voor (tijdelijke) energieproductie heeft fiscale consequenties, waarover afspraken moeten worden gemaakt tussen het bedrijfsleven en de Belastingdienst. De herwaardering van landbouwgrond vanwege de landbouwvrijstelling was tot voor kort een groot issue. Hier kwam het tot proefprocedures omdat de Belastingdienst en de landbouwsector het niet met elkaar eens konden worden. “Wij hebben werkafspraken gemaakt over de behandeling van de belastingaangiftes waarin dit speelt. Zodra er duidelijkheid was, konden alle aangiften, dankzij die werkafspraken, worden afgehandeld. Wij regelen zoiets liever niet met iedere ondernemer afzonderlijk om te voorkomen dat we tienduizenden bezwaarschriften ontvangen. Dat is niet in het belang van de klant en geeft voor ons een enorme workload. Samen met de landbouwvertegenwoordiging hebben wij besloten drie casussen voor te leggen aan de rechter en ons te conformeren aan de uitspraak. Dit werkt voor beide partijen prettig.” “Wij streven bij de uitvoering naar een win-win-situatie voor zowel de landbouw als voor onszelf.”
Horizontale toezichtpartners zijn open. De belastingdienst kent voor fiscale dienstverleners die aantoonbaar hun zaakjes goed op orde hebben een bijzondere toezichtsvorm: horizontaal toezicht. Deze ‘zogenaamde horizontale toezichtpartners’ hebben bij de Belastingdienst een ‘streep’ voor. Soethoudt: “Onder andere alle VLB-kantoren zijn ‘horizontale toezichtpartners’ van ons. Deze kantoren kunnen bedrijven aanmelden voor horizontaal toezicht. Wij werken met hen samen op basis van transparantie en vertrouwen.” De bedrijven geven volledige fiscale transparantie. De Belastingdienst biedt in ruil snelheid. “Wij vertouwen op de cijfers die zij aanleveren en voeren geen extra toetsen en controles uit. Uiteraard is het wel zo dat ook bedrijven onder horizontaal toezicht wel te maken kunnen krijgen met controles. Als er een belastingaangifte binnenkomt van een bedrijf dat is aangemeld voor horizontaal toezicht dan gaan wij daar anders mee om. Wij passen hier bijvoorbeeld de ‘carry backregel’ (verlies verrekenen met de winst van voorgaande jaren) bij oogstschade door bijvoorbeeld droogte of hagel snel toe. Waar horizontale toezichtpartners aangifte doen, geven wij het geld alvast terug. Deze ondernemers hoeven niet lang te wachten op het geld.
In kader: Afspraken met de markt. De Belastingdienst stelt de landbouwnormen vast met partijen die samen zo’n 80 procent van de agrarische markt afdekken. Het is dus mogelijk dat een agrariër zich niet vertegenwoordigd voelt door de partijen waarmee de Belastingdienst de afspraken heeft gemaakt. Soethoudt: “Wij hebben daarom een ‘hokje’ opgenomen in de aangifte met ‘ik ben het er niet mee eens wat in het gezamenlijke overleg is afgesproken tussen partijen’. Dat hokje wordt vrijwel niet aangekruist.”