De regels die gelden voor box 3-vermogen volgen elkaar snel op. Hoe de herstelwet uitpakt voor de verpachter, daarover lees je hieronder meer.

De Belastingdienst is kort geleden begonnen met de uitvoering van de herstelwet. Deze wet blijft gelden totdat een nieuw belastingstelsel voor box 3 vermogen wordt ingevoerd en dat zal op z’n vroegst op 1 januari 2028 zijn. Onder de noemer van de herstelwet vallen twee wetten: de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet. Op basis van deze wetten mag een herrekening worden gemaakt van het werkelijk rendement. Pakt die lager uit dan de berekening op basis van het fictieve rendement dan geeft dat recht op een teruggaaf box-3 belasting.  

Roeien zonder riemen

Staatssecretaris van Oostbruggen zei er het volgende over.

 “We willen het huidige stelsel met de forfaits zo snel mogelijk achter ons laten. Met het indienen van het wetsvoorstel hebben we een nieuwe mijlpaal bereikt en zijn we op koers om per 2028 het nieuwe stelsel in te voeren…..”

Tot het moment dat de nieuwe wet wordt ingevoerd moeten belastingplichtigen roeien met de riemen die ze door de wetgever krijgen aangeboden. Maar de verpachter in box 3 wordt geen roeiriemen aangeboden. Hij moet naar verwachting de periode tot de invoering Wet werkelijk rendement uit zingen. De waardevermeerdering van de verpachte grond valt onder het werkelijke rendement in de herstelwet. Teruggaaf  of vermindering van box 3-belasting zit er dan niet in, waardoor de verpachter de belastingheffing over de waardestijging feitelijk ‘voorfinanciert’.

Werkelijk rendement bij pacht

Voor de berekening van het werkelijk rendement op landbouwgronden die regulier worden verpacht moet de verpachter het bedrag van de ontvangen pacht opgeven. Hierop mogen volgens een beslissing van de Hoge Raad de kosten niet in mindering worden gebracht.

Vervolgens moet hij hierbij de waardevermeerdering van de verpachte grond op jaarbasis optellen.

Formulier werkelijk rendement (OWR-formulier)

De Belastingdienst gaat bij er bij de berekening vanuit dat de pachtdruk bij reguliere pacht 40% is. De stijging van de gemiddelde grondprijs over het jaar 2024 is 8,3%.

Afgezet tegen het fictieve rendement van 2024, door de wetgever op 6,17% vastgesteld, heeft het doorgaans weinig nut om een formulier werkelijk rendement in te dienen. Bij een pacht van 2% en waardevermeerdering van 8,3% bedraagt het “werkelijk rendement” immers gemiddeld 6,98%.

Bij de geliberaliseerde pacht valt de berekening van het werkelijk rendement nog onvoordeliger uit. De pachtdruk neemt volgens de richtlijnen van de Belastingdienst per jaar met 2% af. Dit leidt per definitie jaarlijks al tot een waardestijging van 2% bovenop de normale waardeverandering.

De conclusie is dat uitsluitend in situaties waarin er sprake is van een zeer beperkte waardevermeerdering of een aantoonbare waardevermindering van verpachte gronden verdere actie van belang kan zijn. Tot invoering van het nieuwe belastingstelsel box 3 leidt de waardevermeerdering van de grond tot belastingheffing in box 3 die de verpachter moet voorfinancieren.

auteur: Mr. ing. Bert (H.J.) van den Kerkhof RB, adviseur van de Vaksectie Recht van de VLB

Content is aangereikt aan de redactie van Nieuwe Oogst, oktober 2025

Deel dit bericht