Als u investeert in bedrijfsmiddelen die op de Milieulijst staan, kunt u fiscaal voordeel krijgen via de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving (VAMIL). De Milieulijst biedt ook in 2023 weer voordelen voor agrarisch ondernemers maar er veranderde wel het een en ander.
Maatlat Duurzame Veehouderij
De Maatlat Duurzame Veehouderij is een fiscale subsidieregeling waarbij aan de hand van een toetsingsinstrument wordt bepaald of de bouw- of verbouwplannen van uw stal duurzaam genoeg zijn. U krijgt punten voor uw bijdrage aan thema’s als klimaat, dierenwelzijn, diergezondheid, energie en ammoniak. Behaalt uw project voldoende punten, dan kunt u fiscaal voordeel aanvragen over uw investeringen via de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Het MIA-aftrekpercentage voor melkvee-, varkens-, vleeskalver- en pluimveestallen is verhoogd van 27% in 2022 naar 36% in 2023. Voor melkveestallen met weidegang geldt een aftrekpercentage van 45%.
Bouwt u een stal onder de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV)? Dan zit er voortaan een maximum op het aantal dieren dat u per categorie mag houden. Ook moet u beschikken over een omgevingsvergunning en een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming. Voorheen was een aangevraagde vergunning voldoende. Zeker bij onzekere en langlopende trajecten voor het verkrijgen van de vergunning kan deze wijziging behoorlijk ingrijpende gevolgen hebben voor de procedure bij de bouw van de stal en het traject van de melding van de MDV-stal.
Wijzigingen melkveehouders
Voor de melkveehouder veranderen de voorwaarden voor het fiscale voordeel via de Maatlat ingrijpend. Zo komt u alleen nog in aanmerking voor fiscaal voordeel bij de bouw of verbouw van stallen tot 250 dierplaatsen. Daarnaast moet uw melkveebedrijf grondgebonden zijn. Als ondernemer moet u zelf kunnen aantonen een grondgebonden bedrijf te hebben. Hiermee wordt bedoeld dat alle op uw bedrijf geproduceerde mest op het bedrijf moet worden aangewend. Dit mag op gronden die in eigendom zijn, gepacht of gehuurd worden en waarop u gras of een voedergewas teelt. Voor gemengde bedrijven geldt deze eis alleen voor de mest van de melkveetak. Het ministerie werkt aan een norm over grondgebondenheid die geldt zodra deze is vastgesteld. Ten aanzien van de grondgebondenheid lijkt daarmee een voorschot te worden genomen op de “volledig grondgebonden melkveehouderij” die is opgenomen in het regeerakkoord.
Belangrijk is dat u aan deze voorwaarden voldoet op het moment van het melden van investeringen, dus vanaf de start van het project.
Wijzigingen varkenshouders en pluimveehouders
De technische eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij blijven in 2023 onveranderd. De voorwaarden voor fiscaal voordeel via de MDV-certificering wijzigen wel en dat heeft grote gevolgen voor varkenshouders en pluimveehouders. De belangrijkste wijziging betreft het ‘aanpassen bestaande situatie’. Zo mag het aantal dierplaatsen in de nieuwe situatie niet meer toenemen ten opzichte van de oude situatie. Ook gelden er voortaan maximale dieraantallen per stal: maximaal 7.500 dierplaatsen voor vleesvarkens en 1.200 voor fokvarkens. Voor pluimveehouders : maximaal 120.000 dierplaatsen voor leghennen en 220.000 voor vleeskuikens.
Met de inzet op grondgebondenheid en maximering van diertallen is nu ook in de toepassing van deze fiscale regelingen de handtekening van de huidige regering duidelijk herkenbaar.
Zie hier voor het artikel gepubliceerd in Nieuwe Oogst eind maart 2023