Skip to content

Fiscale calamiteitenreserve voor landbouw

De minister van LNV heeft op 6 mei jl. aan de Tweede Kamer een brief gestuurd over het rapport dat door Wageningen Economic Research is opgesteld n.a.v. het onderzoek over een fiscale klimaat- en calamiteitenreserve voor de landbouw. De reserve zou schommelingen van het resultaat van boer en tuinder veroorzaakt door droogte, nattigheid en dierziekten dempen.

Het rapport is te herleiden naar een interview begin 2020 door De Boerderij met Bert van den Kerkhof, voorzitter Vaksectie Recht waarin Van den Kerkhof wijst op de mogelijkheid tot de invoering van een klimaatreserve binnen het EU-landbouwbeleid. Frankrijk, Denemarken en Ierland hebben speciale fiscale regelingen voor de landbouw. Naar aanleiding van het interview zijn Kamervragen gesteld, waarbij een motie van Jaco Geurts (CDA) is aangenomen ten gevolge waarvan de minister Schouten een onderzoek heeft ingesteld naar de mogelijkheden van fiscaal reserveren bij voornoemde calamiteiten.

Uit het onderzoek volgt onder meer dat voor een gedeelte van de agrarische bedrijven het effectief kan zijn om een reserve te vormen om in staat te zijn om grote inkomensdalingen op te vangen.

Spijtig is dat het Kabinet geen inhoudelijke reactie geeft op het rapport omdat het demissionair is.

  • zie hier voor de integrale tekst van het rapport
  • zie hier voor de Kamerbrief van Minister Schouten
  • zie hier voor het VLB-nieuwsbericht n.a.v. de Kamervragen door Jaco Geurts

Bernadette Roos, secretaris Vaksectie Recht

ONBELAST GENIETEN VAN NATUURSUBSIDIE?

Landbouwers kunnen subsidie ontvangen voor de omzetting van landbouwgrond in natuur. Deze regeling staat bekend onder de naam: subsidie functieverandering. Deze subsidie wordt verstrekt ter compensatie van de aanzienlijke waardedaling van landbouwgrond in natuurland. Onlangs heeft de Hoge Raad aangegeven hoe deze vergoeding in fiscale zin moet worden behandeld.

Omzetten landbouwgrond in natuur. De subsidie functieverandering is onderdeel van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls natuur en landschap (SKNL). Sinds 2010 wordt deze regeling uitgevoerd door de provincie. De vergoeding die landbouwers onder voorwaarden kunnen verkrijgen, is gebaseerd op de feitelijke waardedaling en bedraagt maximaal 85% van de agrarische waarde van de grond. Door tussenkomst van het Nationaal Groenfonds kan dit bedrag in één keer aan landbouwers worden uitgekeerd.

Bovendien kunnen landbouwers nog een aanvullende subsidie ontvangen voor de inrichting na functieverandering. Als voorwaarde wordt gesteld dat men alleen een investeringssubsidie kan krijgen als de maatregelen in een investeringsplan bijdragen aan de realisatie van de gewenste natuur. 

Fiscale gevolgen subsidie. In de praktijk was het onduidelijk hoe subsidie functieverandering fiscaal moest worden behandeld. Uiteindelijk heeft een collega-landbouwer deze zaak onder de belastingrechter gebracht. Wat speelde er precies?

Een maatschap exploiteerde een melkveehouderij. De maatschap heeft een subsidie van € 473.450 aangevraagd voor de functieverandering van de gronden in natuurrein. In de aangifte inkomstenbelasting is daarvoor een (natuur)vrijstelling geclaimd. Daarnaast zijn de landbouwgronden in verband met de omzetting in natuur afgewaardeerd met een bedrag van € 401.949 en is dit bedrag ten laste van de winst gebracht.  

Feitelijk was er sprake van een “dubbele aftrek” aangezien de subsidie was vrijgesteld van inkomstenbelasting en de aftrekbare waardevermindering van landbouwgrond ten laste van fiscale winst werd gebracht.

Het was de vraag of dit wel de bedoeling was. De zaak kwam uiteindelijk bij de Hoge Raad terecht.

De Hoge Raad heeft daarin beslist dat er sprake is van een objectsubsidie. Concreet betekent dit dat de subsidie moet worden afgeboekt op de boekwaarde van landbouwgrond, maar niet verder dan waarde als natuurgrond. Indien de subsidie het bedrag van deze afboeking overstijgt, is de onbelaste natuurvrijstelling voor het meerdere alsnog van toepassing. In zoverre is de uitkomst van het arrest van de Hoge Raad niet onredelijk te noemen.

Saillant detail in deze zaak was overigens dat een deel van de subsidie was toegewezen aan de zoon die ook in de maatschap zat. Hij was echter geen eigenaar van de landbouwgrond. De grond was buitenvennootschappelijk bedrijfsvermogen van de ouders en in gebruik en genot gegeven in de maatschap. Als zodanig kon de zoon de subsidie niet deelachtig worden. Indien en voor zover hij toch een vergoeding ontvangt, dan zal deze bij hem belast zijn in de winstsfeer. Of een dergelijke toerekening van de subsidie echter zakelijk is diende verder onderzocht te worden. Dit punt is door de Hoge Raad dan ook voor verder onderzoek verwezen naar het Gerechtshof Den Bosch.

Belang voor de praktijk. Heeft u de afgelopen jaren een subsidie functieverandering ontvangen dan is aan te raden om nog eens kritisch te kijken in hoeverre de belastingvrijstellingen juist zijn toegepast.

Robin Nijhuis, lid van de Vaksectie Recht van de VLB, werkzaam als fiscalist bij Flynth

Dit artikel is aangereikt aan de redactie van Nieuwe Oogst en op 29 mei 2021 in Nieuwe Oogst gepubliceerd. Zie hier.