Skip to content

Jubileumvergadering Landelijke Landbouwnormen

Op 25 november jl. werden de Landelijke Landbouwnormen voor het jaar 2016 vastgesteld. De vergadering was vanwege het 25 jarig jubileum feestelijk ingelijst. Eregasten en werkgroepleden namen het woord. Kernwoorden daarbij waren samenwerken, vertrouwen, inzet door velen en vakmanschap.

Eregasten

Pieter Seegers, voorzitter van de Landelijke Landbouwnormen, heette bij aanvang van de vergadering alle aanwezigen welkom. Hij noemde daarbij de vertegenwoordigers van de TAAK, de SRA, de VLB en de collega´s van de Belastingdienst. In het bijzonder heette hij welkom de eregasten, de heren Léon Faassen en Thijs Cuijpers als de vertegenwoordigers van LTO Nederland en de heer Hans Leijtens van de Belastingdienst. Met hun aanwezigheid onderstreepten zij het belang van de Landelijke Landbouwnormen, aldus Pieter Seegers.

 

Gelijk speelveld voor alle deelnemers

Léon Faassen, ad interim voorzitter van LTO Nederland, bedankte de Belastingdienst voor de samenwerking en sprak de hoop uit op nogmaals 25 jaar goede samenwerking. Hij benadrukte het belang van de Landelijke Landbouwnormen temeer omdat de normen zorgen voor een gelijk speelveld voor agrarisch ondernemers in Nederland en voor ´zekerheid´. Bovendien voorkomen de normen discussies zodat aan beide kanten heel veel mankracht wordt bespaard, aldus dhr. Faassen.

 

Een schoolvoorbeeld van Horizontaal Toezicht

Hans Leijtens, directeur generaal van de Belastingdienst, noemde de Landelijke Landbouwnormen een schoolvoorbeeld van Horizontaal Toezicht (HT). Kenmerkend voor HT is dat de Belastingdienst ´aan de voorkant´ helder is en dat partijen afspraken maken op basis van vertrouwen over en weer. Bij de Landelijke Landbouwnormen gebeurt dat al 25 jaar.

 

Vakmanschap

Hans Leijtens vervolgde dat door het vertrouwen in elkaars vakmanschap, voor de agrarisch ondernemer een situatie wordt gecreëerd waarin de ondernemer gewoon ´zijn werk kan doen, zoals het ook moet zijn’. Vakmanschap van buiten naar binnen, dat houdt in vakmanschap vanuit de branche, vakmanschap vanuit de intermediair/adviseur van de agrarisch ondernemer en vakmanschap vanuit de Belastingdienst.

 

Uniek in positieve zin

De wijze waarop de Landelijke Landbouwnormen tot stand komen ´verwondert´. De Belastingdienst stelt formeel de landbouwnormen vast, maar in feite stellen partijen de normen samen vast, waarna de Belastingdienst de normen publiceert, waardoor de ondernemer er bij het gebruik er van op kan vertrouwen dat de norm door de Belastingdienst als juist aanvaard wordt. Daar waar de normen voorheen in een beleidsbesluit werden vastgelegd, worden ze nu formeel al jarenlang niet meer in een besluit vastgelegd. Hieruit blijkt dat men in de praktijk ‘op vertrouwen’ dus ook nog landelijk tot aanvaardbare afspraken kan komen met de Belastingdienst zonder dat dit in een besluit van de staatssecretaris hoeft te worden bevestigd.

 

Vijfentwintig jaar inzet

Dhr. Leijtens haalde vanwege hun inzet gedurende 25 jaar twee werkgroepleden naar voren:

De ´voorman´ namens het landbouwbedrijfsleven, Bert van den Kerkhof, ´de spil van het geheel´, en van de zijde van de Belastingdienst, de voorzitter van de Werkgroep Dieren, Har Boonen. Dhr. Boonen heeft van de 44 werkzame jaren bij de Dienst, 35 jaar mee meegewerkt aan de totstandkoming van de regionale en later de Landelijke Landbouwnormen.

 

25 jaar samenwerken op basis van vertrouwen

Har Boonen, voorzitter van de Werkgroep Dieren, gaf aan dat hij voorzitter was van een werkgroep, waar de partijen bij de onderhandelingen elkaar altijd op basis van argumenten overtuigen, in goed vertrouwen. Zijn opvolger zal hij een ´sterke´ werkgroep overdragen.

 

Win-win-win-situatie

Bert van den Kerkhof, voorzitter van de Vaksectie Recht van de VLB, benoemde het belang om Landelijke Landbouwnormen vast te stellen als een win-win-win-situatie. De agrarisch ondernemer, zijn belastingadviseur en de Belastingdienst hebben er alle drie belang bij dat we dit werk doen.

 

Inzet door velen

Bert van den Kerkhof bracht naar voren dat de Landbouwnormen tot stand komen met inzet van heel veel mensen, zowel die van de Belastingdienst als van het Landbouwbedrijfsleven. Ook van mensen die niet aanwezig waren bij de vergadering.

 

Founding Father(s)

Als een rode draad voor de vergadering liep de vraag, opgeworpen door Hans Leijtens, wie de founding father was van de Landelijke Landbouwnormen. Ad Ruigrok, scheidend voorzitter van de TAAK, gaf aan dat in 1966 de TAAK het overleg met ´Delft, tweede afdeling´ is opgestart. Paul Chaudron, scheidend voorzitter van de werkgroep Bloembollen, gaf aan dat voorheen in de Landbouwnormen het jaartal (1945) was opgenomen dat verwees naar de start van het overleg op ´Leiden, tweede afdeling´. Bert van den Kerkhof vulde aan dat de Belastingdienst in 1991 haar beleid aanpaste in de zin dat vanaf toen ´eenheid van beleid´ moest komen. De regionale overleggen Landbouwnormen gaven daarop aan ´dat wat we in de regio kunnen, kunnen we ook landelijk´. Er is dus niet één founding father van het landelijk overleg, maar het is een gemeenschappelijk gedragen voorstel geweest, waar we gezamenlijk het succes van mogen uitdragen, aldus Bert van den Kerkhof.

 

 

Wageningen, 1 december 2016

Bernadette Roos, Secretaris VLB