Skip to content

Liggen de cijfers van zorglandbouwers volgend jaar volledig op straat?

Met ingang van 1 januari 2022 zijn nieuwe regels van toepassing voor zorgbedrijven. Vanaf dan geldt  dat zorgbedrijven hun financiële administratie, informatie over de bedrijfsvoering en jaarverantwoording openbaar moeten maken. Aan deze verplichting zullen ook agrarische bedrijven die zorg aanbieden niet kunnen ontkomen.

Zorgboerderij. Iedere zorgaanbieder die (deels) met collectieve middelen wordt bekostigd, moet aanspreekbaar zijn op de professionaliteit en de integriteit van zijn bedrijfsvoering, zo heeft de overheid in de Wet toezicht zorgaanbieders bepaald. Door de openbare jaarverantwoording kan iedere Nederlander, naast externe toezichthouders, inzicht krijgen in de besteding van publieke middelen.

Nieuwe wet met vergaande gevolgen. De wettelijke regeling geldt voor iedere zorgaanbieder: natuurlijk persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent en hiervoor een vergoeding in rekening brengt die direct of indirect uit de Zvw of de Wlz wordt gefinancierd. Een zorgaanbieder is ook een vennootschap onder firma waarin naast de agrarische bedrijfstak een zorgboerderij als tweede bedrijfstak wordt uitgeoefend.

Cijfers openbaar. De wijze waarop de jaarverantwoording moet plaatsvinden, is vastgelegd in voorschriften. Indien meerdere activiteiten binnen de onderneming worden uitgeoefend, denk aan een vennootschap onder firma met een melkveehouderij en een zorgtak, dan dienen de cijfers van het gehele bedrijf openbaar gemaakt te worden. Dit wordt door de ondernemer veelal als onwenselijk ervaren. De vervolgvraag is dan of een splitsing mogelijk is van de opbrengsten en kosten van beide takken. Hierbij is een reëel risico aanwezig dat een onzuiver beeld richting de maatschappij ontstaat over de verdiensten in de afzonderlijke bedrijfstakken. Verder is een te beantwoorden vraag op welke wijze er een beloning voor de arbeid aan de vennoten wordt toegerekend. In tegenstelling tot werknemers waarbij de loonkosten rechtstreeks ten laste van de winst komen, worden arbeidsvergoedingen voor ondernemers in de IB-sfeer niet als kosten verantwoord, maar in de aangiften IB verwerkt als winst.

Zorgboerderij niet in het zicht. Zoals hiervoor geschetst, heeft de wetgever bij de totstandkoming van deze nieuwe regels, onvoldoende oog gehad voor de zorglandbouw. Er zou meer inzicht worden verschaft als men bij gemengde agrarische ondernemingen zou kunnen volstaan met enkel de openbaarmaking van de cijfers voor de zorgtak. Daarnaast zou het beeld getrouwer zijn als vastgestelde arbeidsvergoedingen voor de vennoten met betrekking tot de zorgtak afzonderlijk in mindering worden gebracht op de cijfers van deze bedrijfstak.

Oplossingen. De kans dat deze nieuwe regeling voor de zorglandbouw wordt aangepast, is te verwaarlozen. De regeling heeft immers al kracht van wet. Aan dit soort gemengde bedrijven wordt de overweging meegegeven om de structuur van het bedrijf aan te passen. Denk daarbij aan splitsing van het bedrijf, waardoor twee afzonderlijke ondernemingen ontstaan. Het pluspunt is dat daardoor enkel de gegevens van de zorgtak openbaar gemaakt hoeven te worden. Maar minpunten zijn er ook: voor iedere specifieke onderneming zitten aan een afsplitsing de nodige haken en ogen vast plus extra administratieve lasten. Het is de vraag wat in de voorkomende situatie het zwaarste weegt.

Tot slot. Door de nieuwe regels vallen agrarische bedrijven sneller onder de plicht om de cijfers openbaar te maken. Twijfelt u of uw onderneming er onder valt, laat dit dan tijdig beoordelen door uw adviseur. Valt uw onderneming onder de regeling en wenst u uw onderneming te herstructureren, laat u dan goed informeren over de fiscale impact hiervan.

Marieke van Dorst – Koomans van den Dries, senior belastingadviseur, lid van de Vaksectie Recht namens ABAB

Content is aangereikt aan de redactie van Nieuwe Oogst mei 2022 en gepubliceerd op 11 juni. Zie hier

FISCALE BARRICADES BIJ STOPPERSREGELINGEN VEEHOUDERIJ

Bedrijven die wensen te stoppen met hun veehouderij en willen deelnemen aan een stoppersregeling kunnen in de praktijk aanzienlijk gehinderd worden door de fiscale wetgeving. In dit artikel wordt ingegaan op een aantal knelpunten die in de praktijk spelen en die voor bedrijven reden kunnen zijn om niet deel te nemen aan een stoppersregeling.

Een aantal knelpunten benoemd

Er zijn in ons land een groot aantal agrarische ondernemers met een gemengd bedrijf, bijvoorbeeld bedrijven met een akkerbouwtak en een veehouderij. Bij deelname aan een stoppersregeling kunnen zij de stakingswinst van de veehouderij toevoegen aan de herinvesteringsreserve, mits er een herinvesteringsvoornemen is. Deze herinvesteringsreserve kan onder bepaalde voorwaarden afgeboekt worden op uitbreidingen in de reeds bestaande activiteiten binnen het gemengde bedrijf. Afboeking op nieuwe activiteiten die naast het bestaande bedrijf worden opgestart is niet toegestaan. Het is van groot belang dat voor dit knelpunt een oplossing wordt gevonden. De uitbreiding van de wettelijke regeling van artikel 3.64 Wet IB kan tot het gewenste resultaat leiden.

Een ander knelpunt betreft het tekort schieten van de toepassingsmogelijkheden van de verruimde herinvesteringsreserve. Binnen de regels van de verruimde herinvesteringsreserve is het niet mogelijk om een herinvesteringsreserve, die is ontstaan op de verkoop van afschrijfbare bedrijfsmiddelen (zoals productierechten of bedrijfsgebouwen), af te boeken op de aanschaf van niet afschrijfbare bedrijfsmiddelen (grond). De achterliggende gedachte is dat voorkomen dient te worden dat een boekwinst op afschrijfbare bedrijfsmiddelen wordt geherinvesteerd in niet afschrijfbare bedrijfsmiddelen. Dit knelpunt kan voor bedrijven reden zijn om niet deel te nemen aan een stoppersregeling.

Ten slotte wil ik wijzen op aandachtspunten in het kader van het beëindigen van de onderneming als gevolg van de stoppersregeling kort na een bedrijfsovername. Er worden dan dus geen nieuwe activiteiten opgestart. Wat de inkomstenbelasting/vennootschapsbelasting betreft zal (een deel van) de subsidie in de winst vallen. Afhankelijk van de toegepaste vrijstelling bij een bedrijfsovername die relatief kort hiervoor heeft plaatsgevonden is er mogelijk ook nog overdrachtsbelasting verschuldigd. Dit geldt ook voor de schenkbelasting indien binnen de voortzettingstermijn van de bedrijfsopvolgingsregeling van 5 jaar de onderneming wordt beëindigd.

Tot slot

Er is nog veel verbetering mogelijk op dit gebied. Mocht u overwegen om deel te nemen aan een stoppersregeling, dan is het van belang dat u zich laat informeren over de fiscale gevolgen. Uit het voorgaande blijkt dat deze in bepaalde situaties zeer nadelig kunnen uitpakken. Een adviseur van een bij de VLB aangesloten kantoor denkt graag met u mee over deze complexe materie.

Coen Ruitenbeek, lid Vaksectie Recht VLB en werkzaam als belastingadviseur bij Acconavm.

Betreft : content aangereikt aan de redactie Nieuwe Oogst tbv de verenigingspagina van LTO Noord en Midden d.d. 13 januari 2022 en gepubliceerd op 5 februari. Zie hier het artikel.

Melkcertificaten, de wijze van financiering ervan maakt fiscaal nogal uit

Content aangereikt aan de redactie van Nieuwe Oogst. Zie hier voor de publicatie. 

Nieuwe Ledenfinanciering bij FRC. Met ingang van 1 januari 2022 zal de nieuwe ledenfinanciering van FrieslandCampina in werking treden. Leden-melkveehouders worden dan verplicht om voor de melk die aan FrieslandCampina geleverd wordt melkcertificaten aan te houden en wel voor elke 100 liter geleverde melk een certificaat ter waarde van 8 euro. Het aantal benodigde melkcertificaten wordt berekend aan de hand van de leveranties in de periode 1 oktober 2020 t/m 30 september 2021. Het hebben van de melkcertificaten is een voorwaarde voor het ontvangen van de contante nabetaling van FrieslandCampina.

Lees meer