Skip to content

Afschrijven op agrarisch bedrijfsgebouw

Tekst publicatie in Nieuw Oogst 1 juli 2017, auteur Peter Ceelen vicevoorzitter van de Vaksectie Recht, lid Vaksectie Recht namens Flynth

Voor het afschrijven op agrarische bedrijfsgebouwen gelden fiscale regels. Die zijn nog niet zo gemakkelijk. Bij de controle van de WOZ-waarde, het opstellen van de jaarrekening en de belastingaangifte krijgt u te maken met deze regels. Maar hoe gaat u te werk?

Op bedrijfsgebouwen kunt u afschrijven. Daarvoor gelden regels. Uw accountant kent hiervoor de regels en past ze toe. Een voorbeeld: op een gebouw in een akkerbouwbedrijf kan in fiscale zin 32 jaar 3 procent worden afgeschreven tot een restwaarde van 4 procent.

Nadat een aantal jaren is afgeschreven, is de fiscale balanswaarde (ofwel de boekwaarde) van het gebouw flink gedaald. Dan moet u alert worden en de boekwaarde van het gebouw gaan vergelijken met de WOZ-waarde. De boekwaarde mag namelijk bij eigen gebruik van het gebouw niet lager worden dan 50 procent van de WOZ-waarde.

De WOZ-waarde van het gebouw moet af te leiden zijn uit het WOZ-taxatieverslag. In het taxatieverslag worden de relevante waarden van (bij)gebouwen en waarde ondergrond apart genoemd. Beoordeel of met alle waardebepalende factoren rekening is gehouden, zoals de staat van onderhoud, asbest of andere verontreinigingen, ligging van het object en ‘werktuigen’. Werktuigen mogen niet in de waarde zijn opgenomen, omdat de werktuigenvrijstelling van toepassing is.

 

Boekwaarde bedrijfsgebouw

De boekwaarde van een bedrijfsgebouw bestaat uit verschillende elementen, namelijk de grond, het gebouw en de inrichting en/of installaties. Niet alle installaties moeten in de grondslag voor de afschrijving van het bedrijfsgebouw worden meegenomen. Sommige installaties zijn ‘werktuigen’. Voor werktuigen geldt de afschrijvingsbeperking niet. Werktuigen zijn roerende zaken waarop u jaarlijks maximaal 20 procent van de kostprijs mag afschrijven tot de restwaarde is bereikt. De vraag welke installatie in een agrarisch bedrijfsgebouw nu een werktuig is en welke niet en dus deel uitmaakt van het agrarische bedrijfsgebouw, heeft de VLB afgestemd met de Belastingdienst en de Waarderingskamer. Over de meeste werktuigen en installaties is overeenstemming bereikt. Als werktuigen binnen een melkveebedrijf gelden het melkwinningsapparatuur, de koematras, melkkoeltank, voerinstallatie en melkrobot. Binnen een akkerbouwbedrijf zijn dit de ventilatoren in een bewaarloods en een demontabele koelcel en binnen de champignonteelt zijn dit de klimaatcomputer en de bevochtigingsregeling.

Binnen de glastuinbouw gelden als werktuigen de substraatinstallaties, computers, kweektabletten, assimilatieverlichting en schermdoeken. Het overzicht van werktuigen waarover overeenstemming bestaat is gepubliceerd op de website www.belastingdienst.nl/landbouw.

 

Zelfstandig afschrijven

Op een werktuig mag u zelfstandig en voor 100 procent minus de restwaarde afschrijven.

Voor een werktuig geldt geen wettelijke beperking, zoals dat wel het geval is voor het gebouw waarin het werktuig zich bevindt. De fiscale boekwaarde van een agrarisch bedrijfsgebouw plus ondergrond en installatie die niet is aan te merken als werktuig, mag einde van het jaar niet lager zijn dan 50 procent van de WOZ-waarde. Als deze ‘bodemwaarde’ is bereikt, kunt u dus niet meer afschrijven.

Mocht de WOZ-waarde in een opvolgend jaar dalen, dan kan weer ruimte ontstaan voor verdere afschrijving.

 

Onderscheid maken

Bij de berekening van de afschrijving op agrarische bedrijfsgebouwen moet u eerst de werktuigen wegstrepen, want die kunt u voor 100 procent afschrijven. Wat overblijft is de onroerende zaak die u maar tot 50 procent van de WOZ-waarde mag afschrijven.

U heeft er dus in het kader van de fiscale afschrijving alle belang bij om onderscheid te maken tussen enerzijds het gebouw en anderzijds de werktuigen in het gebouw.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

Peter Ceelen